Operation Manual

171
4
Rijden
C4-Picasso-II_nl_Chap04_conduite_ed01-2014
De actieve snelheidsregelaar vermindert de
wagensnelheid uitsluitend door af te remmen
op de motor. Daardoor neemt de snelheid
langzaam af, zoals dat ook gebeurt bij het
loslaten van het gaspedaal.
De werking van het systeem wordt automatisch
onderbroken:
- als de voorligger te sterk of te plotseling
afremt en u zelf niet remt,
- als een voertuig invoegt tussen uw auto en
uw voorligger,
- als het systeem de snelheid niet voldoende
kan verminderen om een veilige afstand te
bewaren, zoals tijdens een steile afdaling.
Beperkingen van de werking
Omdat het gezichtsveld van de radar relatief
smal is, is het mogelijk dat het systeem het
volgende niet detecteert:
De snelheidsregelaar houdt geen rekening met:
- stilstaande voertuigen,
- tegemoetkomende voertuigen.
- smalle voertuigen, bijvoorbeeld
motorfietsen,
- voertuigen die niet in het midden van de
rijstrook rijden,
- voertuigen die een bocht in rijden,
- voertuigen die plotseling van rijstrook
wisselen.
Het bereik van de snelheidsregelaar is beperkt
tot een verschil van maximaal 30 km/h tussen
de ingestelde snelheid en de snelheid van uw
voorligger. Als het verschil groter is, wordt de
werking van het systeem onderbroken als de
afstand tot de voorligger te klein wordt.
Slechte weersomstandigheden (zware
regenval, opgehoopte sneeuw voor
de radar) kunnen de werking van het
systeem verstoren. In dat geval wordt
de waarschuwingsmelding "SYSTEEM
UITGESCHAKELD: Verminderd zicht"
weergegeven. De functie is niet beschikbaar
zolang deze melding wordt weergegeven.