Operation Manual

184
Rijden
C4-Picasso-II_nl_Chap04_conduite_ed01-2014
Werking
Activeren van de functie
Draaiende motor:
F Selecteer het menu "Rijhulpsystemen"
van het touchscreen.
Selecteer vanuit dit menu een van de drie
volgende beelden:
Deactiveren van de functie
F Accelereer tot een snelheid hoger dan
30 km/h.
of
F Selecteer het menu "Rijhulpsystemen"
van het touchscreen.
Controleer regelmatig of de lenzen van
de camera's nog schoon zijn.
Wassen met een hogedrukspuit
Bewaar een afstand van minimaal 30 cm
tussen de lans van de hogedrukspuit en
de lens van de camera.
F Druk op deze toets om het
submenu "Vision 360" te
openen.
F Druk op deze toets om het
submenu "Vision 360" te
openen.
F Selecteer "Zonder camera".
"Camera voor".
"360°-camera".
"Camera achter".
Het geselecteerde beeld wordt weergegeven
op het instrumentenpaneel.
360°-camera
De camera's op de voorbumper en de achterklep
en de camera's onder de buitenspiegels worden
gelijktijdig geactiveerd en vormen op het
instrumentenpaneel een beeld van de bovenzijde
van uw auto in zijn directe omgeving.
Als een portier of de achterklep is geopend,
worden de beelden van de 360°-camera en
de camera achter verstoord.
De door de camera vóór doorgegeven
beelden kunnen enigszins worden verstoord
als het sneeuwscherm is aangebracht.
De weergave op het instrumentenpaneel
verdwijnt zodra de wagensnelheid hoger
is dan 15 km/h.
De door de camera doorgegeven beelden
kunnen enigszins worden verstoord als
het sneeuwscherm is aangebracht.