Operation Manual

198
Zicht
C4-Picasso-II_nl_Chap05_visibilite_ed01-2014
Automatische verlichting
Inschakelen
F Draai de ring in de stand "AUTO". Het
activeren van de functie wordt bevestigd
door een melding.
Met behulp van een lichtsensor worden de
kentekenplaatverlichting, het achterlicht en
het dimlicht automatisch ingeschakeld als de
lichtsterkte van de omgeving onvoldoende is.
De verlichting kan ook, in geval van neerslag,
gelijktijdig met het automatisch inschakelen van
de ruitenwissers vóór worden ingeschakeld.
De verlichting wordt uitgeschakeld als de
lichtsterkte van de omgeving weer voldoende is
of nadat het wissen is gestopt.
Uitschakelen
F Draai de ring in een andere stand.
Het uitschakelen van de functie wordt
bevestigd door een melding.
Storing
Bij een storing in de lichtsensor
gaat de verlichting branden, wordt
dit pictogram weergegeven op het
Bij mist of sneeuw kan de lichtsensor
ten onrechte voldoende licht
waarnemen; de verlichting wordt dan
niet automatisch ingeschakeld.
Dek de met de regensensor
gecombineerde lichtsensor, die zich in
het midden van de voorruit achter de
binnenspiegel bevindt, niet af. De aan
de sensor gekoppelde functies worden
dan niet meer bediend.
Automatische follow me
home-verlichting
Als de functie automatische verlichting
is geactiveerd, wordt onder donkere
omstandigheden het dimlicht automatisch
ingeschakeld bij het afzetten van het contact.
Programmeren
Het in- of uitschakelen van de functie en de
tijdsduur van de follow me home-verlichting zijn
in te stellen via de menu's "Rijhulpsystemen"
en " Configuratie auto ".
Raadpleeg het CITRN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
instrumentenpaneel in combinatie met een
geluidssignaal en/of een melding.