Operation Manual

200
Zicht
C4-Picasso-II_nl_Chap05_visibilite_ed01-2014
Er kunnen storingen in de werking van
het systeem optreden:
- als het zicht slecht is (bijvoorbeeld
bij sneeuwval, zware regenval of
dichte mist, ...),
- als het gedeelte van de voorruit
voor de camera vuil, beslagen of
bedekt is (bijvoorbeeld met een
sticker),
- als de verlichting van uw auto wordt
weerkaatst door spiegelende of
reflecterende panelen (bijvoorbeeld
verkeersborden).
Het systeem signaleert geen:
- weggebruikers die geen verlichting
voeren, zoals voetgangers,
- weggebruikers van wie de
verlichting wordt afgeschermd
(bijvoorbeeld door een vangrail op
de snelweg),
- weggebruikers die zich aan de top
of de voet van een steile helling,
in een bocht of op een zijweg
bevinden.
Uitschakelen
F Druk in het menu
"Rijhulpsystemen" op
deze toets; het lampje van
de toets gaat uit en het
verlichtingssysteem wordt
overgeschakeld op de stand
"automatische verlichting".
Geef nogmaals een lichtsignaal om de functie
weer te activeren.
Afhankelijk van de situatie
gaat één van deze twee
verklikkerlampjes branden.
Inschakelen
F Zet de ring van de
lichtschakelaar in de stand
"AUTO".
F Druk in het menu
"Rijhulpsystemen" op deze
toets; het lampje van de toets
gaat branden.
Werking
- de dimlichten blijven ingeschakeld:
op het instrumentenpaneel gaat dit
verklikkerlampje branden.
F Geef een lichtsignaal
(door de schakelaar
voorbij het zware punt te
bewegen) om de functie
te activeren.
Als de functie is geactiveerd, werkt het systeem
als volgt:
In een zeer donkere omgeving en als de
verkeerssituatie het toelaat:
- het grootlicht wordt automatisch
ingeschakeld: op het
instrumentenpaneel gaat dit
verklikkerlampje branden.
Als de omgeving voldoende is verlicht en/
of als de verkeerssituatie het gebruik van het
grootlicht niet toelaat:
Onderbreken
De bestuurder kan indien nodig op elk moment
zelf de verlichting omschakelen.
F Geef nogmaals een
lichtsignaal om de
werking van de functie
te onderbreken; het
verlichtingssysteem wordt
overgeschakeld op de stand
"automatische verlichting":
- als het verklikkerlampje "AUTO" groen
brandde, zal het systeem overschakelen
op het grootlicht,
- als het verklikkerlampje "AUTO" blauw
brandde, zal het systeem overschakelen
op het dimlicht.