Operation Manual

207
5
Zicht
C4-Picasso-II_nl_Chap05_visibilite_ed01-2014
Ruitensproeiers vóór
Ruitensproeiers vóór en
koplampsproeiers
Afstellen van de sproeierkoppen
De ruitensproeiers vóór zijn voorzien van een
systeem waarmee de hoogte van de straal van
de sproeierkoppen kan worden afgesteld.
Draai wanneer u de afstelling wilt wijzigen de
bout van de sproeierkoppen linksom (naar
de "+") om de straal hoger te richten of
rechtsom (naar de "-") om de straal lager te
richten.
Koplampsproeiers
F Trek de ruitenwisserschakelaar naar u
toe. De ruitensproeiers treden in werking,
waarna enige tijd de ruitenwissers worden
ingeschakeld om de ruit schoon te wissen.
Nadat u de ruitenwisserschakelaar hebt
losgelaten, maken de ruitenwissers nog één
slag om de laatste druppels van de ruit te
wissen.
De koplampsproeiers worden geactiveerd
tijdens het rijden en als de dimlichten branden.
Om het verbruik van ruitensproeiervloeistof te
beperken worden de koplampsproeiers slechts
één op de zeven keer dat de ruitensproeiers
worden bediend geactiveerd, of eens in de
40 km bij een langere rit.