Operation Manual

222
Veiligheid
Veiligheidsgordels
Veiligheidsgordels vóór
De veiligheidsgordels vóór zijn voorzien van
een pyrotechnische gordelspanner en een
spankrachtbegrenzer.
Deze systemen zorgen voor extra bescherming
van de bestuurder en passagier bij frontale en
zijdelingse aanrijdingen. Bij een krachtige aanrijding
zorgen de pyrotechnische gordelspanners ervoor
dat de veiligheidsgordels stevig tegen de lichamen
van de inzittenden worden getrokken.
De pyrotechnische gordelspanners zijn actief
zodra het contact wordt aangezet.
De spankrachtbegrenzer beperkt de kracht waarmee
de gordel tegen het lichaam van de inzittenden
getrokken wordt en bevordert daarmee de veiligheid.
Veiligheidsgordels met
omkeerbaar oprolmechanisme
Dit systeem regelt automatisch de spanning
van de veiligheidsgordels van de bestuurder
en voorpassagier als de veiligheidsgordels zijn
omgedaan en de auto sneller rijdt dan 10 km/h.
Bovendien reageert het systeem bij dreigend
gevaar onmiddellijk door de veiligheidsgordels
aan te trekken (bijvoorbeeld bij krachtig of
plotseling remmen of een uitwijkmanoeuvre).
Door in dergelijke situaties automatisch
de spanning van de veiligheidsgordels te
verhogen, trekt het systeem de bestuurder en
voorpassagier stevig tegen de rugleuning.
Zodra de rijomstandigheden weer normaal zijn,
ontspant het oprolmechanisme zich zodat de
spanning van de veiligheidsgordels weer het
normale comfortniveau heeft.
Door de passagiersairbag uit te
schakelen wordt ook het omkeerbare
oprolmechanisme van de veiligheidsgordel
aan passagierszijde uitgeschakeld.
Hoogteverstelling van het
bevestigingspunt van de
veiligheidsgordel vóór
F Knijp, om de hoogte van het
bevestigingspunt te wijzigen, de knop in
en schuif deze omhoog of omlaag naar de
gewenste stand.