Operation Manual

1
37
Controle tijdens het rijden
C4-Picasso-II_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2014
Bandenspanning
te laag
permanent, in
combinatie met een
geluidssignaal en een
melding.
De bandenspanning van een of
meerdere wielen is te laag.
Controleer zo snel mogelijk de bandenspanning.
De controle dient bij voorkeur bij koude banden te worden uitgevoerd.
Elke keer nadat u een of meer banden op spanning hebt gebracht
en na het verwisselen van een of meer wielen, moet u het systeem
resetten.
Raadpleeg voor meer informatie de rubriek "Detectie te lage
bandenspanning"
+
knippert en brandt
vervolgens permanent,
in combinatie met het
verklikkerlampje Service.
Er zit een storing in de functie: de
bandenspanning wordt niet meer
gecontroleerd.
Controleer zo snel mogelijk de bandenspanning.
Laat het systeem controleren door het CITROËN-
netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Controlelampje Status Oorzaak Acties / Opmerkingen
Voet op het
rempedaal*
permanent. Het rempedaal wordt niet ingetrapt.
Trap bij een auto met de elektronisch gestuurde
versnellingsbak het rempedaal in om de motor te starten
(selectiehendel in stand N).
Als u de parkeerrem wilt vrijzetten zonder het rempedaal in
te trappen, zal dit verklikkerlampje blijven branden.
Bij een automatische versnellingsbak: houd het rempedaal
ingetrapt om de selectiehendel uit de stand P te halen.
knippert.
Als u de auto met een elektronisch gestuurde
versnellingsbak op een helling te lang op zijn
plaats probeert te houden door het gaspedaal
in te trappen, raakt de koppeling oververhit.
Gebruik het rempedaal en/of de parkeerrem.
Voet op het
koppelingspedaal*
permanent. In de STOP-stand van het Stop &
Start-systeem wordt de motor niet
gestart als u het koppelingspedaal
slechts gedeeltelijk intrapt.
Trap het koppelingspedaal helemaal in zodat de motor
gestart kan worden.
* Uitsluitend bij het instrumentenpaneel type 1