Operation Manual
164
Rijden
C4-Picasso-II_nl_Chap04_conduite_ed01-2015
De actieve snelheidsregelaar moet handmatig worden
ingeschakeld: daarbij moet de wagensnelheid
tussen 40 km/h en 150 km/h liggen en:
- minimaal de vierde versnelling zijn ingeschakeld
bij een handgeschakelde versnellingsbak,
- in de handbediende stand van de elektronisch
gestuurde of automatische versnellingsbak de
tweede versnelling zijn ingeschakeld,
- of de stand A bij een elektronisch gestuurde
versnellingsbak of de stand D bij een
automatische versnellingsbak zijn ingeschakeld.
Algemeen
De werking van de actieve snelheidsregelaar
kan met de toets of automatisch worden
onderbroken:
- door het rem- of koppelingspedaal in te
trappen,
- om veiligheidsredenen bij een ingreep van
het ESP-systeem,
- als de elektrische parkeerrem wordt
bediend,
- als een grenswaarde voor de afstand in tijd
tot de voorligger wordt bereikt (berekend
op basis van het snelheidsverschil tussen
uw auto en uw voorligger en de ingestelde
afstand in tijd tot de voorligger),
- als de afstand tussen uw auto en uw
voorligger te klein wordt,
- als de snelheid van uw voorligger te laag
is,
- als de snelheid van uw auto te laag wordt.
Bij het gebruik van de actieve
snelheidsregelaar moet de bestuurder
te allen tijde de snelheidslimiet in acht
nemen en zijn aandacht op het verkeer
blijven vestigen.
Houd uw voeten altijd in de buurt van
de pedalen.
Als de ingestelde snelheid hoger
is dan 150 km/h, gaat het systeem
over op de werking van de normale
snelheidsregelaar (er verschijnt een
melding op het instrumentenpaneel).
Als het contact wordt afgezet, wordt de
ingestelde waarde voor de afstand in
tijd tot de voorligger in het geheugen
opgeslagen.
De actieve snelheidsregelaar werkt
zowel overdag als 's nachts, ook bij mist
en matige regen.
De functie remt de auto niet af via het
remsysteem, maar alleen op de motor.
Het bereik van de actieve
snelheidsregeling is beperkt: de snelheid
wordt niet meer aangepast als het
verschil tussen de ingestelde snelheid
van uw auto en de snelheid van de
voorligger te groot wordt (30 km/h).
Als deze functie wordt geselecteerd,
wordt de functie voor de weergave
van de afstand in tijd tot de voorligger
uitgeschakeld.
Als het verschil tussen de ingestelde
snelheid van uw auto en de snelheid
van uw voorligger te groot wordt, kan
het systeem de snelheid van uw auto
niet meer aanpassen: de regelaar wordt
automatisch uitgeschakeld.