Operation Manual

182
Rijden
C4-Picasso-II_nl_Chap04_conduite_ed01-2015
Werking
Activeren van de functie
Draaiende motor:
F Selecteer het menu "Rijhulpsysteem" van
het touchscreen.
Selecteer vanuit dit menu een van de drie
volgende beelden:
Deactiveren van de functie
F Accelereer tot een snelheid hoger dan
30 km/h.
of
F Selecteer het menu "Rijhulpsystemen"
van het touchscreen.
Controleer regelmatig of de lenzen van
de camera's nog schoon zijn.
Wassen met een hogedrukspuit
Bewaar een afstand van minimaal 30 cm
tussen de lans van de hogedrukspuit en
de lens van de camera.
F Druk op deze toets om het
submenu " Vision 360 " te
openen.
F Druk op deze toets om het
submenu " Vision 360 " te
openen.
F Selecteer "Zonder camera".
"Camera voor".
"360°-camera".
"Camera achter".
Het geselecteerde beeld wordt weergegeven
op het instrumentenpaneel.
360°-camera
De camera's op de voorbumper en de
achterklep en de camera's onder de
buitenspiegels worden gelijktijdig geactiveerd
en vormen op het instrumentenpaneel een
beeld van de bovenzijde van uw auto in zijn
directe omgeving.
Als een portier of de achterklep is geopend,
worden de beelden van de 360°-camera en
de camera achter verstoord.
De door de camera vóór doorgegeven
beelden kunnen enigszins worden
verstoord als het sneeuwscherm is
aangebracht.
De weergave op het
instrumentenpaneel verdwijnt zodra de
wagensnelheid hoger is dan 15 km/h.
De door de camera doorgegeven
beelden kunnen enigszins worden
verstoord als het sneeuwscherm is
aangebracht.