Operation Manual

46
Controle tijdens het rijden
Met deze functie kan tijdens nachtelijke ritten
de verlichting van bepaalde delen van het
instrumentenpaneel worden uitgeschakeld,
zodat de ogen van de bestuurder minder snel
vermoeid raken.
Op het instrumentenpaneel blijft de
belangrijkste rij-informatie verlicht, zoals de
wagensnelheid, de verklikkerlampjes en de
informatie van de snelheidsbegrenzer of de
snelheidsregelaar.
Met de toets op het stuurwiel
F Druk, als de verlichting brandt, op deze
toets om de black panel-functie in te
schakelen.
F Druk nogmaals op deze toets om de functie
uit te schakelen.
Donker scherm
(touchscreen)
Black panel
(comfortweergave voor
nachtelijke ritten)
F Druk op het menu " Configuratie ".
F Druk op de toets " Scherm uit ". Het
scherm van het touchscreen wordt
uitgeschakeld.
F Druk nogmaals op het scherm (op een
willekeurige plaats) om het scherm weer in
te schakelen.