C8_03-2_fr_Gcv.qxd 12/09/03 10:26 Page 1 CITROËN C8 INSTRUCTIEBOEKJE 0 C:\Documentum\Checkout\V3_03_2_Tcv-NEL.
C8_03-2_fr_Gcv.qxd 12/09/03 10:27 Page 2 CITROËN prefereert TOTAL Een samenwerking die staat voor innovatie CITROËN en TOTAL, al 35 jaar partners, ontwikkelen in nauwe samenwerking motoren en smeermiddelen met de meest geavanceerde technieken. Specifieke motorolie De onderzoeksteams van CITROËN en TOTAL werken samen om u de beste technologische combinatie te kunnen bieden op het gebied van motoren en smeermiddelen.
C8_03-2_fr_Gcv.qxd 12/09/03 10:27 Page 3 Het lezen van dit boekje is noodzakelijk voor een optimaal gebruik van uw CITROËN. De CITROËN ORGANISATIE, die is samengesteld uit hooggekwalificeerde vakbekwame medewerkers, staat te allen tijde te uwer beschikking om al uw vragen te beantwoorden. Wij wensen u goede reis in uw CITROËN! Dit instructieboekje maakt onlosmakelijk deel uit van uw auto. Bewaar het op de daarvoor bestemde plaats zodat het gemakkelijk terug te vinden is.
C8_03-2_fr_Gcv.qxd 12/09/03 10:27 Page 4 V3-NL-6003/2 Edition 11/2003 0 C:\Documentum\Checkout\V3_03_2_Tcv-NEL.
C8_03-2_fr_G001.qxd 16/09/03 10:54 Page 1 1 Wij danken u voor de aankoop van deze auto en feliciteren u met uw keus. Lees, alvorens u gaat rijden, dit boekje aandachtig door: het bevat alle nodige informatie over het gebruik en de uitrusting van uw auto evenals belangrijke aanbevelingen, die u stipt dient op te volgen.
C8_03-2_fr_G001.qxd 16/09/03 10:54 2 Page 2 INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk I Beknopte gebruiksaanwijzing ......................................5 Afstandsbediening ...............................................5-6 Handgeschakelde versnellingsbak ...................27 Supervergrendeling ................................................7 Automatische versnellingsbak ...........................28 Voorstoelen ...................................................8 ➟ 11 Verstellen van het stuur .................
C8_03-2_fr_G001.qxd 16/09/03 10:54 Page 3 INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk III COMFORT IN UW AUTO ......................................................73 Ventilatie - Verwarming ............................73 ➟ 75 Airconditioning (handbediend) ..................76-77 Luchtverdeling .......................................................78 Automatische klimaatregeling ................79 ➟ 82 Binnenverlichting ............................................83-84 Hoofdstuk IV Comfort in de auto ................
C8_03-2_fr_G001.qxd 16/09/03 10:54 4 Page 4 INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk VI ALGEMENE GEGEVENS ....................................................139 Brandstofverbruikscijfers ..................................139 Afmetingen ..................................................142-143 Algemene gegevens .................................140-141 Identificatie ..........................................................144 Anti-sneeuwscherm voor koude landen. ......145 ABC Trefwoordenregister ................
16/09/03 10:54 Page 5 5 Afstandsbediening Afstandsbediening De afstandsbediening heeft een hoogfrequente zender, hetgeen u de volgende voordelen biedt: - u hoeft de afstandsbediening niet op de auto te richten. - de afstandsbediening werkt ook vanaf een punt achter de auto, en de bedieningsstraal dringt door de bagage heen. - de afstandsbediening heeft een bereik van enkele meters. N.b.
C8_03-2_fr_G001.qxd BEKNOPTE GEBRUI KSAANWI J ZI NG I 6 16/09/03 10:54 Page 6 Afstandsbediening Lokaliseren geparkeerde auto Om uw geparkeerde auto op een parkeerplaats terug te kunnen vinden, drukt u op de toets A. De binnenverlichting van uw auto gaat vervolgens branden en de richtingaanwijzers knipperen gedurende enkele seconden (auto vergrendeld). N.b.: de functie lokaliseren geparkeerde auto werkt binnen een actieradius die groter is dan die van de functie ontgrendelen.
16/09/03 10:54 Page 7 7 Supervergrendeling AFSTANDSBEDIENING Centraal vergrendelen met supervergrendeling Druk kort op knop A voor de centrale vergrendeling. (Wanneer u A even ingedrukt houdt, worden niet alleen de portieren vergrendeld, maar sluiten ook automatisch de elektrische ruiten en de schuifdaken. Let op: de schuifdaken sluiten niet helemaal.) Door binnen 5 seconden na het vergrendelen nogmaals op knop A te drukken, wordt de supervergrendeling ingeschakeld.
C8_03-2_fr_G001.qxd BEKNOPTE GEBRUI KSAANWI J ZI NG I 16/09/03 8 10:54 Page 8 VOORSTOELEN 1 5 2 3 6 4 7 Hoofdstuk III Achterzitplaatsen 0 C:\Documentum\Checkout\V3_03_2_T001-NEL.
16/09/03 10:54 Page 9 9 VOORSTOELEN Met de hand te bedienen functies Hoofdsteun Voor het verstellen in de hoogte of het verwijderen trekt u de hoofdsteun naar voren terwijl u deze tegelijkertijd verschuift. De hoogte is correct ingesteld wanneer de bovenzijde van de hoofdsteun zich op gelijke hoogte als de bovenzijde van uw hoofd bevindt. De hoofdsteunen zijn eveneens kantelbaar.
C8_03-2_fr_G001.qxd BEKNOPTE GEBRUI KSAANWI J ZI NG I 16/09/03 10:54 Page 10 10 VOORSTOELEN Elektrische bedieningen 1 2 ➊ Verstellen in hoogte- en in lengterichting ➋ Verstellen van de rugleuning de bediening aan de achterkant op of ➊ Licht stoel te verhogen of te verlagen. druk deze neer om de de bediening naar voren of naar achteren om de stoel in voor➊ Schuif of achterwaartse richting te verstellen. de bediening aan de bovenkant naar ➋ Druk voor het verstellen van de rugleuning.
16/09/03 10:54 Page 11 VOORSTOELEN M 2 1 11 Vastleggen rijpositie-instellingen U kunt vier rijpositie-instellingen programmeren in het geheugen: - één voor elk van de twee afstandsbedieningen (twee gebruikers) - twee met behulp van de toets M/1 en M/2. Programmeren met de afstandsbediening Met elke afzonderlijke afstandsbediening kunnen specifieke instellingen worden vastgelegd.
C8_03-2_fr_G001.qxd BEKNOPTE GEBRUI KSAANWI J ZI NG I 12 16/09/03 10:54 Page 12 VERSTELLEN VAN HET STUUR Het stuur is verstelbaar in hoogte en diepte. Zet, TERWIJL DE AUTO STILSTAAT, eerst uw stoel in de juiste stand en verstel vervolgens het stuur. Zie « Juiste rijhouding » Ontgrendel het stuur door de hendel naar beneden te duwen. Verstel het stuur en vergrendel het vervolgens door de hendel geheel naar boven te trekken.
16/09/03 10:54 Page 13 AUTOGORDELS 13 Autogordels voorin en op de zijzitplaatsen van de tweede stoelenrij De zitplaatsen voorin en op de tweede rij aan raamzijde zijn uitgerust met pyrotechnische gordelspanners met spanningbegrenzer. 1 In hoogte verstellen van de gordel Knijp bediening 1 in voor uw instelling in de gewenste richting. Vastmaken van de gordels: Trek de gordel rustig naar voren en let erop dat hij niet gedraaid komt te zitten.
C8_03-2_fr_G001.qxd BEKNOPTE GEBRUI KSAANWI J ZI NG I 16/09/03 10:54 Page 14 14 SPIEGELS A Binnenspiegel met automatische antiverblinding Hiermee wordt automatisch overgeschakeld van de dag- naar nachtstand. Om verblinding te voorkomen, wordt het spiegelglas automatisch donkerder wanneer er meer licht op valt. Bij verminderde lichtinval wordt het spiegelglas helderder voor het behoud van een optimaal zicht.
16/09/03 10:54 Page 15 15 SPIEGELS 1 2 Inklappen van de buitenspiegels Wanneer u de auto heeft geparkeerd, kunt u de buitenspiegels handmatig of elektrisch inklappen. Elektrisch inklappen Druk de bediening 1 naar achteren om de spiegels in de klappen. Wanneer u deze handeling herhaalt, klappen de spiegels weer uit, Mocht tijdens het geparkeerd staan van de auto het spiegelhuis uit zijn oorspronkelijke stand zijn geraakt, dan kunt u dit weer met de hand op zijn plaats drukken.
C8_03-2_fr_G001.qxd BEKNOPTE GEBRUI KSAANWI J ZI NG I 16 16/09/03 10:54 Page 16 Bestuurdersplaats, 1 2 3 4 5 33 32 31 30 29 28 8 7 6 27 26 25 9 10 24 23 overzicht 11 22 12 21 20 0 C:\Documentum\Checkout\V3_03_2_T001-NEL.
26/09/03 10:15 Page 17 Bestuurdersplaats, overzicht 17 1 Bedieningsorganen: • Spiegels • Bediening van de ruiten • Kindersloten 10 Lichtsensor 22 Alarmverlichting 11 Passagiersairbag 23 Sigarenaansteker 12-volts accessoirestekker 2 Bediening cruise-control 12 Voorruitontwaseming 3 Bedieningsorganen: • Verlichting • Richtingaanwijzers • Mistlampen • Mistachterlichten 4 • Claxon • Bestuurdersairbag 5 Controle- en waarschuwingslampjes 6 Bedieningsorganen: • Ruitenwissers voor • Ruitensproeier • Ru
C8_03-2_fr_G017.
26/09/03 10:15 Page 19 CONTROLE- EN WAARSCHUWINGSLAMPJES 19 Display • Onderhoudsintervalindicator. • Indicator motorolieniveau. • Kilometerteller Dagteller. • Schakelstandendisplay automaat. Bediening: • Nulstelling van de dagteller. Bediening: • Sterkte van de dashboardverlichting. HOOFDSTUK III Controle- en waarschuwingslampjes 0 C:\Documentum\Checkout\V3_03_2_T017-NEL.win 15/3/2004 19:32 - page 3 I BEKNOPTE GEBRUI KSAANWI J ZI NG C8_03-2_fr_G017.
C8_03-2_fr_G017.
26/09/03 10:15 Page 21 CONTROLE- EN WAARSCHUWINGSLAMPJES Controlelampje laadstroom Het lampje moet uit zijn wanneer de motor draait. Mocht het permanent branden, raadpleeg dan een CITROËN-dealer. Controlelampje motoroliedruk en -temperatuur Als het oplicht tijdens het rijden, zet dan de motor af. Controleer het niveau (zie hoofdstuk “Niveaus”). Als de lamp blijft branden terwijl het niveau in orde is, dient u de dichtstbijzijnde CITROËN-dealer te raadplegen.
C8_03-2_fr_G017.qxd BEKNOPTE GEBRUI KSAANWI J ZI NG I 26/09/03 10:15 Page 22 22 Signalering Alarmverlichting Wanneer de alarmverlichting aanstaat knipperen gelijktijdig alle richtingaanwijzers. Gebruik deze verlichting uitsluitend indien sprake is van gevaar: bij een noodstop of wanneer u stilstaat onder ongebruikelijke omstandigheden. Deze verlichting werkt ook met afgezet contact. Richtingaanwijzers Linksaf: druk de hendel naar beneden. Rechtsaf: duw de hendel naar boven.
26/09/03 10:15 Page 23 23 Signalering Bediening van de verlichting A Alle lichten gedoofd Draai ring A van u af. Parkeerlichten Het instrumentenpaneel is verlicht. Draai ring A van u af. Dimlichten/grootlicht Overschakelen van dim- naar grootlicht en omgekeerd Trek de hendel door de weerstand heen naar u toe om over te schakelen van dim- naar grootlicht en omgekeerd.
C8_03-2_fr_G017.qxd BEKNOPTE GEBRUI KSAANWI J ZI NG I 24 26/09/03 10:15 Page 24 Signalering Uitvoeringen met MISTLICHTEN VOOR EN ACHTER (Ring C) C Mistlichten vóór en achter gedoofd Draai ring C van u af. Mistlichten vóór aan De mistlampen voor werken in combinatie met de parkeerlichten of de dimverlichting. Draai de ring C van u af. Mistlichten vóór en achter aan Doven: één stand naar u toe draaien: mistlichten voor gaan uit. twee standen naar u toe draaien: mistlichten voor en achter gaan uit. N.
26/09/03 10:15 Page 25 ZICHT 3 2 1 0 4 Ruitenwissers voor 3 Snel wissen. 2 Normaal wissen. 1 I of AUTO Interval-wissen of automatisch wissen. 0 Wissen uit. 4 Eén keer wissen. Druk de hendel naar beneden. 25 Ruitenwissers voor Auto zonder regensensor. Stand 1: De wissnelheid wordt, afhankelijk van de snelheid van de auto, automatisch geregeld. N.b.: In de standen 2 en 3 valt de ruitenwissersnelheid automatisch terug wanneer de auto stilstaat. Auto voorzien van een regensensor.
C8_03-2_fr_G017.qxd BEKNOPTE GEBRUI KSAANWI J ZI NG I 26/09/03 10:15 Page 26 26 ZICHT Ruitensproeier voor Trek de hendel naar u toe: onder het sproeien wissen de ruitenwissers een aantal keren (3 x wissen). Dit geldt ook voor de koplampwissers in geval van ingeschakeld dim- of grootlicht.
26/09/03 10:15 Page 27 Handgeschakelde versnellingsbak 27 A Achteruitrijstand Schakel nooit in de achteruitversnelling als de auto (nog) niet geheel stilstaat. Schakel rustig om “kraken” tijdens het schakelen te voorkomen. Achteruitrijstand Trek de ring A omhoog om in de achteruitversnelling te kunnen schakelen. Schakel nooit in de achteruitversnelling als de auto (nog) niet geheel stilstaat. Schakel rustig om “kraken” tijdens het schakelen te voorkomen.
C8_03-2_fr_G017.qxd BEKNOPTE GEBRUI KSAANWI J ZI NG I 26/09/03 28 10:15 Page 28 Automatische versnellingsbak De automatische versnellingsbak met vier versnellingen biedt de volgende mogelijkheden: - Werking volgens het autoadaptieve principe, waarbij het schakelen automatisch op uw rijstijl wordt afgestemd. - Werking in de handbediende sequentiële stand, waarbij het schakelen handmatig d.m.v. het kort bewegen van de hendel naar + of - gebeurt.
26/09/03 10:15 Page 29 BRANDSTOF 29 TANKEN Bij auto's met een katalysator mag uitsluitend loodvrije benzine gebruikt worden. Door de vernauwde vulopening kan er uitsluitend loodvrije benzine getankt worden. Wanneer bij het vullen van de brandstoftank het tankpistool voor de derde keer afslaat, moet u niet verder tanken, aangezien anders storingen in de werking van uw auto kunnen optreden.
C8_03-2_fr_G017.qxd BEKNOPTE GEBRUI KSAANWI J ZI NG I 30 26/09/03 10:15 Page 30 BEDIENING VAN DE RUITEN Elektrische ruitbediening Met de schakelaars op het bestuurdersportier kunnen alle ruiten in de auto worden bediend. N.B.: na afzetten van het contact kunt u de ruiten nog voor een beperkte tijd elektrisch bedienen (ook na het openen van een voorportier). De bediening van de elektrische ruit aan passagierszijde bevindt zich op het portier.
26/09/03 10:16 Page 31 BEDIENING VAN DE RUITEN 31 N.B.: na afzetten van het contact kunt u de ruiten nog voor een beperkte tijd elektrisch bedienen (ook na het openen van een voorportier). Zie voor het bedienen van de ruiten met behulp van de afstandbediening hoofdstuk I “Afstandsbediening”. Let op de veiligheid van in uw auto aanwezige kinderen De elektrische beveiliging kunt u via het bedieningspaneel van de ruiten activeren.
C8_03-2_fr_G017.qxd 32 I BEKNOPTE GEBRUI KSAANWI J ZI NG 26/09/03 10:16 Page 32 Ventilatie 3 5 6 2 1 2 3 4 5 6 7 - Verwarming Luchtverdeling Het interieur afsluiten van de buitenlucht Regeling van de aanjagersnelheid: Airconditioning Regeling van de temperatuur van de aanjagerlucht. Achterruitverwarming Programma zicht (toets max) 7 4 1 HOOFDSTUK III Ventilatie Verwarming 0 C:\Documentum\Checkout\V3_03_2_T017-NEL.
16/09/03 11:05 Page 33 Automatische Klimaatregeling 33 2 Dit systeem regelt automatisch de temperatuur, de stroomsnelheid en de verdeling van de aangevoerde lucht in het interieur, afhankelijk van de door u ingestelde temperatuur.
C8_03-2_fr_G033.qxd BEKNOPTE GEBRUI KSAANWI J ZI NG I 34 16/09/03 11:05 Page 34 Snelheidsregelaar Deze voorziening stelt u in staat om constant met een door u ingestelde snelheid te rijden, mits u de versnellingsbak in de vierde versnelling of hoger heeft geschakeld (tweede schakelstand bij automaat) en u met een minimale snelheid van tussen de 40 en 70 km/uur (afhankelijk van het type motor) rijdt.
16/09/03 11:05 Page 35 35 Snelheidsregelaar Opheffen van de ingestelde snelheid Door het intrappen van het rem- of koppelingspedaal. De uitschakeling van de snelheidsregelaar gebeurt bij het in werking treden van een van de systemen ESP of ASR. U kunt de snelheidsregelaar ook uitzetten door een druk op toets 3 op het uiteinde van de bediening A. De geprogrammeerde snelheid blijft ondanks deze handelingen gehandhaafd.
C8_03-2_fr_G033.qxd BEKNOPTE GEBRUI KSAANWI J ZI NG I 16/09/03 11:05 Page 36 36 Parkeerhulp Parkeerhulp Tijdens achteruirijmanoeuvres wordt u door afstandssensoren in de bumper door middel van een geluidssignaal geïnformeerd over de aanwezigheid van een obstakel in de achter de auto gelegen detectiezone. Het geluidsignaal wordt intenser naarmate u het obstakel nadert. De sensoren van de parkeerhulp kunnen echter geen voorwerpen detecteren die zich direct onder de achterbumper bevinden.
16/09/03 11:05 Page 37 37 Airbag Uitschakelen airbag aan passagierszijde Als u een kinderstoeltje met de rugleuning in de rijrichting op de passagiersstoel plaatst, moet u de airbag voor de passagier uitschakelen. Dat gaat zo: Het is mogelijk de airbag aan passagierszijde buiten werking te stellen. - Steek bij afgezet contact de contactsleutel in de sleutelschakelaar A. - Draai de sleutel in de stand “OFF” om de passagiersairbag uit te schakelen.
C8_03-2_fr_G033.qxd BEKNOPTE GEBRUI KSAANWI J ZI NG I 16/09/03 38 11:05 Page 38 VEILIG VERVOEREN VAN KINDEREN De volgende tabel, die conform de Europese wetgeving is opgesteld (Richtlijn 2000/3), toont per zitplaats van de auto op welke manier er een kinderzitje kan worden geplaatst dat vastgezet kan worden met de autogordel en dat “universeel” gehomologeerd is voor één of meer gewichtsklassen.
16/09/03 11:05 Page 39 VEILIG VERVOEREN VAN KINDEREN 39 Bevestiging van een ISOFIX kinderzitje: De ISOFIX bevestigingen op de zijzitplaatsen achterin dienen voor het bevestigen van een specifiek kinderzitje dat is goedgekeurd door de constructeur en dat u kunt kopen bij onze dealers. De in het kinderzitje geïntegreerde vergrendelingen dienen bevestigd te worden aan de ISOFIX bevestingspunten, teneinde een betrouwbare, solide en snelle montage te verkrijgen.
C8_03-2_fr_G033.qxd 16/09/03 11:05 Page 40 40 0 C:\Documentum\Checkout\V3_03_2_T033-NEL.
C8_03-2_fr_G033.qxd 16/09/03 11:05 Page 41 Afstandsbediening II A 41 Batterij afstandsbediening leeg Deze informatie verschijnt als melding op het multifunctioneel display; tegelijkertijd hoort u een piep. Vervangen van de batterij van de afstandsbediening Maak de afstandsbediening open om de batterij te kunnen bereiken. Batterij: CR 1620, 3 volt. Ter preventie van inbraak Controleer bij het uitstappen of de ramen dicht zijn en laat geen waardevolle spullen zichtbaar in de auto achter.
C8_03-2_fr_G033.qxd II 16/09/03 11:05 Page 42 42 Sleutels Centrale vergrendeling met de sleutel De vergrendelde toestand wordt gesignaleeerd door het knipperen van het controlelampje van de vergrendeltoets op het dashboard. Wanneer een van de portieren of achterklep open staat of niet goed dicht zit, werkt de centrale vergrendeling niet. Centraal vergrendelen met supervergrendeling Zie “Supervergrendeling”.
C8_03-2_fr_G033.qxd 16/09/03 11:05 Page 43 CODE-kaart II 43 Als de auto van eigenaar wisselt, moet de codekaart aan de nieuwe eigenaar worden gegeven. Laat deze nooit in de auto liggen. CODE-kaart Bij de auto is een vertrouwelijke kaart geleverd. Deze kaart heeft een verborgen toegangscode waarmee een CITROËN-dealer onderhoud kan verrichten aan de elektronische startbeveiliging.
C8_03-2_fr_G033.qxd II 44 16/09/03 11:05 Page 44 Anti-inbraakalarm Het is mogelijk dat uw auto voorzien is van een ANTI-INBRAAKALARM. Dit garandeert: • Een inbraakbeveiliging via schakelaars op de opengaande delen (portieren, achterklep, motorkap) en op de elektrische voeding. • Een interieurbeveiliging via ultrasone sensoren (bewegingsmelders in het interieur). U kunt deze uitschakelen via de schakelaar op het dashboard.
C8_03-2_fr_G033.qxd II 16/09/03 11:05 Page 45 Anti-inbraakalarm Inschakelen van het alarm Check eerst of alle portieren, de achterklep en het schuifdak correct gesloten zijn. Om het alarm in te schakelen drukt u op de toets A van de afstandsbediening. De uitwendige beveiliging (perimetrisch) treedt na 5 seconden in werking, de interieurbeveiliging (volumetrisch) na 45 seconden. Wanneer het alarm aanstaat, gaat bij een poging tot inbraak de sirene loeien en knipperen de richtingaanwijzers.
C8_03-2_fr_G033.qxd II 16/09/03 11:05 46 Page 46 OPENEN EN SLUITEN Vergrendelen van binnenuit Wanneer alle portieren dicht zijn en u op de toets A drukt, kunt u de auto centraal vergrendelen of ontgrendelen. Het openen van de portieren van binnenuit blijft mogelijk.
C8_03-2_fr_G033.qxd II 16/09/03 11:05 Page 47 OPENEN Zijschuifportieren Handbediend Openen van buitenaf Openen: trek de portiergreep naar u toe en schuif het portier open. Wanneer u de achterportieren geheel open schuift, worden ze automatisch in deze stand geblokkeerd, zodat ze niet dichtschuiven, wanneer de auto zich op een helling bevindt. Sluiten: trek de portiergreep naar u toe en schuif het portier dicht.
C8_03-2_fr_G033.qxd II 48 16/09/03 11:05 Page 48 OPENEN EN SLUITEN Zijschuifportieren Kindersloten Het systeem zorgt ervoor dat geen van beide achterportieren van binnenuit geopend kan worden. De kindersloten werken onafhankelijk van de centrale vergrendeling. Handbediend Steek de sleutel in het slot en draai hem om. Elektrisch De elektrische beveiliging kunt u via het bedieningspaneel van de ruiten activeren.
C8_03-2_fr_G049.qxd 2/10/03 9:48 Page 49 OPENEN II EN 49 SLUITEN Openen van buitenaf Druk van onderen tegen de ontgrendelbediening A tussen de kentekenplaatlichten. A Achterklep Het ontgrendelen is mogelijk bij stilstaande auto: - met de afstandsbediening of met de sleutel, - met de toets voor de centrale ontgrendeling in het interieur, of door openen van een portier.
C8_03-2_fr_G049.qxd II 50 2/10/03 9:48 Page 50 STUURSLOT - CONTACT STARTMOTOR - • S: Contactslot Om de stuurinrichting van het slot te halen, dient u het stuurwiel iets te bewegen terwijl u zonder te forceren de sleutel in het contact omdraait. • A: Accessoires In deze stand kunt u bepaalde elektrische accessoires gebruiken. Het acculampje brandt. • M: Contact De lampjes laadstroom,handrem,oliedruk en koelvloeistoftemperatuur moeten gaan branden.
C8_03-2_fr_G049.qxd 2/10/03 9:48 Page 51 STUURSLOT - CONTACT STARTMOTOR II - 51 Stuurslot S Na het verwijderen van de sleutel uit het contact is de stuurinrichting vergrendeld. Dit blokkeren van de stuurinrichting is mogelijk in diverse stuurstanden. De sleutel kan alleen verwijderd worden in de stand S. A De stuurinrichting is ontgrendeld (draai de sleutel in de stand A en beweeg daarbij eventueel het stuurwiel iets). M Contact D Startstand Voor starten en afzetten van de motor, zie “Starten”.
C8_03-2_fr_G049.qxd II 52 2/10/03 9:48 Page 52 STARTEN Alvorens u de motor start dient u zich ervan te vergewissen dat de versnellingshendel in de vrijstand staat (handgeschakelde versnellingsbak) of in de stand P of N (automatische versnellingsbak). BENZINE Starten van de motor Kom niet aan het gaspedaal. Start de motor en laat de sleutel los, zodra de motor aanslaat (start niet langer dan 10 seconden achtereen).
C8_03-2_fr_G049.qxd II 2/10/03 9:48 Page 53 CONTROLE- EN WAARSCHUWINGSLAMPJES 53 Kilometerteller - Dagteller Bij het openen van een portier verschijnen op het display de dag- en totaalkilometerstanden totdat u het contact heeft aangezet. Nulstelling van de dagteller Functie beschikbaar bij aangezet contact. Houd de knop even ingedrukt voor het verkrijgen van de nulstelling.
C8_03-2_fr_G049.qxd II 54 2/10/03 9:48 Page 54 CONTROLE- EN WAARSCHUWINGSLAMPJES Display Bij het aanzetten van het contact, verschijnt op het display achtereenvolgens: - Onderhoudsintervalindicator - Indicator motorolieniveau - Kilometerteller/Dagteller - Schakelstandendisplay automaat Indicator motorolieniveau Wanneer het contact wordt aanzet, wordt de onderhoudsintervalindicator enkele seconden verlicht.
C8_03-2_fr_G049.qxd 2/10/03 9:48 Page 55 55 Instrumentenpaneel II B A A B Instrumentenpaneel met groot display 3-ledig instrumentenpaneel Koelwatertemperatuurmeter Wijzer of indicatie op A: de temperatuur is in orde. Wijzer of indicatie op B: de temperatuur is te hoog. De STOP-lamp brandt, evenals het waarschuwingslampje voor het minimumkoelvloeistofniveau of van de koelvloeistoftemperatuur. Verder klinkt er een geluidssignaal en verschijnt er een bericht op het multifunctionele display.
C8_03-2_fr_G049.qxd II 56 2/10/03 9:48 Page 56 Multifunctioneel display Display B 2 1 A 3 B A Toets voor het gebruik van de displayfuncties. B Toets van de instellingen van de displayfuncties. 1 Mededelingengebied. 2 Tijd. 3 Temperatuur Bij temperaturen tussen de +3°C en –3°C wordt de temperatuur knipperend weergegeven (kans op ijzel). Let op: wanneer de auto enige tijd in de zon heeft gestaan, kan de weergegeven temperatuur hoger zijn dan de werkelijke temperatuur.
C8_03-2_fr_G049.qxd 2/10/03 9:48 Page 57 Multifunctioneel II display 57 II Displaymenu (zie tabel) Diverse parameters kunnen worden gewijzigd. De volgorde van weergave en het veranderen van waarden Houd de toets A even ingedrukt om toegang te krijgen tot het menu. Druk even op A om een bepaalde functie te selecteren. Druk even op B om de gegevens van een bepaalde functie te kunnen wijzigen.
C8_03-2_fr_G049.qxd II 58 2/10/03 9:48 Page 58 Boordcomputer Display B De boordcomputer geeft 5 typen informatie weer op het display, boven het dashboard. • Actieradius. • Afgelegde afstand. • Gemiddeld verbruik. • Brandstofverbruik van het moment. • Gemiddelde snelheid. Hiermee kunt u ook naar de 2 volgende functies: • Waarschuwing snelheidsoverschrijding. • Controle waarschuwingen.
C8_03-2_fr_G049.qxd II 2/10/03 9:48 Page 59 Boordcomputer Display 59 B Afgelegde afstand Geeft het aantal kilometers aan dat is afgelegd na de laatste nulstelling van de boordcomputer. Gemiddeld brandstofverbruik Het gemiddeld verbruik is de verhouding tussen de verbruikte brandstof sinds de laatste nulstelling van de computer en het aantal afgelegde kilometers sinds de laatste nulstelling van de computer.
C8_03-2_fr_G049.qxd II 60 2/10/03 9:48 Page 60 Boordcomputer Display B Waarschuwing snelheidsoverschrijding Bewaking van een gekozen maximumsnelheid (zie "weergave meldingen"). Bij een overschrijding van de geprogrammeerde snelheid, verschijnt de melding “TE HOGE SNELHEID” en hoort u een geluidssignaal. • Op het scherm staat “SNELHEIDSOVERSCHRIJDING UIT”: - Door kort tegen het uitende van de hendel te drukken, gaat u naar het volgende scherm.
C8_03-2_fr_G049.qxd 2/10/03 9:48 Page 61 Displayweergave II 61 Display B WEERGEGEVEN TEKST CORRESPONDERENDE LAMPJE CORRESPONDERENDE INFORMATIE ZACHTE BAND(EN) Herstel de spanning REMVLOEISTOFNIVEAU TE LAAG Stop onmiddellijk en raadpleeg een CITROËN-dealer OLIETEMPERATUUR MOTOR TE HOOG Zet de motor af en controleer het niveau (zie hoofdstuk “Niveaus” KOELVLOEISTOFTEMP.
C8_03-2_fr_G049.qxd II 2/10/03 9:48 Page 62 62 Displayweergave Display B WEERGEGEVEN TEKST CORRESPONDERENDE LAMPJE CORRESPONDERENDE INFORMATIE STORING EMISSIE Raadpleeg zo snel mogelijk een CITROËN-dealer REMBLOKKEN VERSLETEN Laat de remblokken vervangen STORING AUTOM.
C8_03-2_fr_G049.
C8_03-2_fr_G049.
C8_03-2_fr_G065.qxd II 3/11/03 15:49 Page 65 Automatische versnellingsbak 65 Selectiehendel van de automatische versnellingsbak Wanneer u een versnelling heeft gekozen verschijnt het symbool van de functie op het intrumentenpaneel. Verplaats de hendel over het schakelpatroon om een van de functies te kiezen; wanneer ueen versnelling heeft gekozen verschijnt het symbool van de functie op het intrumentenpaneel.
C8_03-2_fr_G065.qxd II 66 3/11/03 15:49 Page 66 Automatische versnellingsbak Parkeerstand Schakel in stand P om te voorkomen dat de stiltaande auto zich kan verplaatsten. Wacht met het schakelen in deze stand tot de auto stilstaat. In deze stand zijn de aangedreven wielen geblokkeerd. Zorg dat de selectiehendel in de goede stand staat en trek de handrem aan. Verlaat nimmer de auto zonder dat u eerst de selectiehendel in de stand P heeft gezet.
C8_03-2_fr_G065.qxd II 3/11/03 15:49 Page 67 Automatische versnellingsbak U kunt ook starten in de stand N: - zet de handrem vrij, terwijl u het rempedaal ingetrapt houdt, - selecteer de stand R, D of M, en laat het rempedaal vervolgens langzaam los: de auto gaat rijden. 67 Let op Wanneer de motor stationair draait en voet- noch handrem wordt gebruikt, terwijl de selectiehendel in de stand R, D of M staat, gaat de auto rijden, ook wanneer u het gaspedaal niet intrapt.
C8_03-2_fr_G065.qxd II 68 3/11/03 15:49 Page 68 Automatische versnellingsbak Werking in de auto-adaptieve stand Automatisch schakelen in de vier versnellingen Selectiehendel in de stand D. De versnellingsbak kiest steeds de stand die het best past bij de volgende factoren: - rijstijl, - wegdek, - belading van de auto. De versnellingsbak werkt in zo’n geval volgens het auto-adaptieve principe, d.w.z. zonder ingrijpen van de bestuurder.
C8_03-2_fr_G065.qxd II 3/11/03 15:49 Page 69 Automatische versnellingsbak Opmerking: het schakelen van de ene in de andere versnelling is mogelijk voorzover de snelheid van de auto en het motortoerental dit toelaten. Doorgaans vindt de automatische schakeling onmiddellijk plaats. Wanneer de auto stilstaat of wanneer u extreem langzaam rijdt, schakelt de versnellingsbak automatisch in de stand M1. Het programma “ ” (Sneeuw) werkt niet in de handbediende stand.
C8_03-2_fr_G065.qxd II 70 3/11/03 15:49 Page 70 Remmen Handrem Bediening: trek de handrem geheel omhoog. Trek de handrem op steile hellingen extra stevig aan. Om het aantrekken van de handrem te vergemakkelijken, wordt aanbevolen tegelijkertijd het rempedaal in te trappen. Schakel onder alle omstandigheden als voorzorgsmaatregel de eerste versnelling in. Zet, indien uw auto voorzien is van een automatische versnellingsbak, de versnellingspook in de parkeerstand (P).
C8_03-2_fr_G065.qxd II 3/11/03 15:49 Page 71 Remmen 71 Wanneer bij niet-aangetrokken handrem het lampje van de handrem tegelijkertijd met het STOP-lampje brandt, terwijl op het multifunctionele display een melding verschijnt en u een piep hoort, dan duidt dat op een te laag remvloeistofniveau of een storing in de werking van het EBD-systeem. (electronic breakforce distribution) Stop onmiddellijk met rijden. Raadpleeg zo snel mogelijk een CITROËN-dealer.
C8_03-2_fr_G065.qxd II 72 A 3/11/03 15:49 Page 72 DYNAMISCHE STABILITEITSCONTROLE Dynamische stabiliteitscontrole (ESP) en tractiecontrole (ASR) Deze systemen dienen als aanvulling op het ABS. Is er een verschil tussen de door de auto gevolgde baan en de door de bestuurder gewenste, dan grijpt het ESP-systeem automatisch in door het afremmen van een of meer van de wielen of door het afremmen op de motor, teneinde de auto in de gewenste baan te leiden.
C8_03-2_fr_G065.qxd III 3/11/03 15:49 Page 73 Ventilatie - Verwarming 0 C:\Documentum\Checkout\V3_03_2_T065-NEL.
C8_03-2_fr_G065.qxd III 74 3/11/03 15:49 Page 74 Ventilatie - Luchtinlaat Houd het luchtinlaatrooster onder de voorruit altijd schoon (verwijder dorre bladeren, sneeuw, enz.) Indien u voor het wassen van uw auto gebruik maakt van een hogedrukspuit, richt dan nimmer de straal op de luchtinlaatroosters. Verwarming Extra verwarming Auto's met HDI-motor kunnen voorzien zijn van een extra verwarming ter verhoging van het comfort.
C8_03-2_fr_G065.qxd 3/11/03 15:49 Page 75 Ventilatie III - Verwarming 75 1 - Luchtverdeling 3 Luchtstroom recht van voren. 5 6 2 Luchtstroom naar de voeten. 7 4 1 Luchtstroom langs de voorruit en de voorportierruiten en naar de voeten van de inzittenden. Luchtstroom naar voren en naar de voeten van de inzittenden. Luchtstroom gericht naar de voorruit en de portierruiten. Ontwasemen-ontdooien.
C8_03-2_fr_G065.qxd III 76 3/11/03 15:49 Page 76 AIRCONDITIONING HANDBEDIEND 4 - Airconditioning De airconditioning werkt alleen met draaiende motor. Druk op de schakelaar op het dashboard. Het controlelampje brandt als de airconditioning aan staat. Voor een doeltreffend gebruik van de airconditioning dienen de ramen gesloten te zijn. Laat, wanneer de auto lange tijd in de zon heeft gestaan en het binnen erg warm is, de airconditioning even werken met de ramen open. Sluit vervolgens de ramen.
C8_03-2_fr_G065.qxd III 3/11/03 15:49 Page 77 AIRCONDITIONING HANDBEDIEND 77 7 - Programma zicht (toets max) Selecteer voor een snelle ontwaseming en ontdooiing van de ruiten (vochtig weer, veel inzittenden, vorst) het programma zicht. Het corresponderende lampje licht dan op. Airconditioning De airconditioning wordt verkregen door het mengen van warme met gekoelde lucht. Met de bediening 4 kan de temperatuur 0worden geregeld terwijl de bediening van de airconditioning 5 is ingeschakeld.
C8_03-2_fr_G065.qxd III 3/11/03 15:49 Page 78 78 Luchtverdeling III Voor een goed gebruik van het systeem gelden de volgende adviezen: Buitentemperatuur Optimale luchtverdeling Laag of gemiddeld zonder zon Gemiddeld* met zon of tussen en Hoog* * 4 ventilatieroosters open 0 C:\Documentum\Checkout\V3_03_2_T065-NEL.
C8_03-2_fr_G065.qxd 3/11/03 15:49 Page 79 Automatische Klimaatregeling III 79 3 2 6 12 1 1 - Display 4 10 8 5 9 7 2-3 - Instellen van de temperatuur Wilt u de gewenste temperatuur weergeven, druk dan op de bediening. Het verschil tussen de temperatuur rechts en links kan nooit meer dan 5°C zijn. Als u de bediening even ingedrukt houdt, wordt de temperatuur aan passagierszijde gelijkgetrokken met de door de bestuurder ingestelde.
C8_03-2_fr_G065.qxd III 80 3/11/03 15:49 Page 80 Automatische Klimaatregeling 4 - Automatische werking Dit is de normale gebruiksstand. Wanneer u op deze toets drukt en er op het display een sneeuwvlok getoond wordt met de tekst AUTO, dan worden de volgende vijf functies afhankelijk van de ingestelde temperatuur automatisch geregeld: - Luchttoevoer - Interieurtemperatuur - Luchtverdeling - Airconditioning - Recirculatie van de interieurlucht.
C8_03-2_fr_G081.qxd 12/09/03 10:15 Page 81 Automatische Klimaatregeling III 7 - Luchtverdeling 81 8 - Snelheid van de luchtstroom Regeling van de aanjagersnelheid: Draai de bediening naar rechts om de luchttoevoer te verhogen, naar links om deze te verlagen. Met een druk op de toets(en) richt u de aangevoerde lucht naar: De voorruit. De voorportierruiten. Het niveau van de luchttoevoer wordt getoond op het display bij wijze van oplichten van de ventilatorschoepen.
C8_03-2_fr_G081.qxd III 82 12/09/03 10:15 Page 82 Automatische Klimaatregeling 9 - Ontwaseming - Ontdooiing Tijdens de werking brandt het lampje en wordt het symbooltje weergegeven op het display Deze toets kan gebruikt worden voor een snelle ontdooiing of ontwaseming van de voorruit; hiermee worden automatisch de luchthoeveelheid, de temperatuur, de airconditioning en de luchttoevoer geregeld. Wilt u deze functie onderbreken, druk dan opnieuw op de toets “AUTO”.
C8_03-2_fr_G081.qxd III 12/09/03 10:15 Page 83 83 BINNENVERLICHTING A - Leesspots Bij het bedienen van een van de schakelaars wordt de leesspot aan- of uitgezet. De verlichting werkt niet bij afgezet contact. B - Plafondlampjes Met het bedienen van de schakelaar van de plafondlamp voorin gaan alle plafondlampen aan of uit. U kunt de plafondlampen achterin afzonderlijk van elkaar bedienen door op de corresponderende schakelaar te drukken. De verlichting gaat langzaam aan en dooft eveneens langzaam.
C8_03-2_fr_G081.qxd III 84 12/09/03 10:15 Page 84 BINNENVERLICHTING Verlichting kofferruimte De kofferverlichting gaat branden zodra de achterklep wordt geopend. Drempelverlichting Deze verlichting brandt automatisch tegelijkertijd met de plafondverlichting. Verlichting handschoenenkastje De verlichting gaat automatisch aan wanneer de klep wordt geopend. Vergeet niet de klep weer te sluiten. De verlichting werkt niet bij afgezet contact. 0 C:\Documentum\Checkout\V3_03_2_T081-NEL.
C8_03-2_fr_G081.qxd III 12/09/03 10:15 Page 85 Comfort Bovenste handschoenenkastje Openen: druk tegen de schakelaar Sluiten: druk in het midden tegen het kapje. Het dashboardkastje aan bestuurderszijde heeft een opbergvoorziening voor een pen, een mobiele telefoon, munten en bankpasjes. Het dashboardkastje aan passagierszijde heeft een opbergvoorziening voor een bril, sleutels en vijf cd’s met vier cassettes of negen cd’s. in de auto Onderste handschoenenkastje Het kastje is afsluitbaar.
C8_03-2_fr_G081.qxd III 86 12/09/03 10:15 Page 86 Comfort Laden voorstoelen Onder elk van de voorstoelen bevindt zich een lade. Licht de lade op en trek deze naar voren. in de auto Verwijderbare elastische binders Beide voorstoelen zijn aan de binnenzijde voorzien van elastische binders. - u kunt ze gebruiken voor het vastzetten van tijdschriften onder tegen uw stoel.
C8_03-2_fr_G081.qxd III 12/09/03 10:15 Page 87 Comfort in de 87 auto A Uitklapbaar tafeltje in rugleuning In de rugleuning van de voorstoelen is een opklapbaar tafeltje geïntegreerd. (Vergeet niet het tafeltje omhoog te klappen voordat u de voorstoel achterstevoren draait). 12-volts accessoirestekker Deze bevindt zich onder bij de bestuurdersstoel en is bereikbaar voor de passagiers op de tweede zitrij. Voor de passagiers op de derde zitrij is deze bereikbaar aan de voorzijde van diezelfde rij.
C8_03-2_fr_G081.qxd III 88 12/09/03 10:15 Page 88 Comfort Bekerhouders en asbak Deze uitschuifbare en verlichte houder biedt plaats voor een uitneembare asbak en maximaal twee bekerhouders. In de blikhouders op de tweede en derde zitrij, in de rugleuning van de tot tafeltje getransformeerde stoel en op het vuilnisbakje kan een uitneembare asbak worden geplaatst.
C8_03-2_fr_G081.qxd III 12/09/03 10:15 Page 89 Comfort Bergvak in middenconsole Gebruik dit bergvak niet als asbak. in de auto Spionnetje voor kinderen op achterbank Deze extra binnenspiegel stelt de bestuurder of voorpassagier in staat de achterzitplaatsen in het oog te houden. Dit spiegeltje is bevestigd aan een kogelscharnier en bevindt zich in opgeborgen toestand in de dakbekleding. Via dit spiegeltje kunt u in panoramisch perspectief het complete interieur achter u waarnemen.
C8_03-2_fr_G081.qxd III 90 12/09/03 10:15 Page 90 Comfort in de auto A Zijzonweringen De zijruiten bij de tweede en/of derde zitrij zijn voorzien van zonweringen. Tweede zitrij: trek de zijzonwering aan de lip naar boven. Om beschadiging van de zonwering bij het openen van het portier te voorkomen controleert u of de twee lippen goed vastzitten. Derde zitrij: bevestig de corresponderende haak bij A. Lezen van pasjes De warmtewerende voorruit bevat een pasjesvenster boven de binnenspiegel.
C8_03-2_fr_G081.qxd III 12/09/03 10:15 Page 91 Comfort Uitneembaar vuilnisbakje. Het vuilnisbakje kan in een van de diverse flessenhouders worden geplaatst. Het bovenste gedeelte biedt plaats voor de asbak of een blikje. Opbergvoorzieningen in het achterportier Deze bevatten een blikhouder en een bergvak voor tijdschriften, maar bieden ook plaats voor een fles of het vuilnisbakje.
C8_03-2_fr_G081.qxd III 92 12/09/03 10:16 Page 92 Opstelling van de stoelen Voorbeelden van enkele praktische en tegelijkertijd comfortabele opstellingen WIJZIGING VAN HET AANTAL ZITPLAATSEN Bij bepaalde modellen is het mogelijk het aantal zitplaatsen uit te breiden. Let er evenwel op dat het aantal zitplaatsen nimmer het maximum aantal zitplaatsen dat voor deze auto is toegestaan volgens het kenteken mag overschrijden.
C8_03-2_fr_G081.qxd III 12/09/03 10:16 Page 93 Opstelling OPSTELLING MET ZES ZITPLAATSEN van de OPSTELLING MET ZEVEN ZITPLAATSEN stoelen OPSTELLING MET ACHT ZITPLAATSEN 0 C:\Documentum\Checkout\V3_03_2_T081-NEL.
C8_03-2_fr_G081.qxd III 94 12/09/03 10:17 Page 94 Opstelling van de stoelen III VERVOER VAN LANGE VOORWERPEN Rechter voorstoel Wanneer u lange voorwerpen vervoert kunt u de passagiersstoel, voorzover die niet bezet is, omdraaien (zie afbeelding A). Let op: in zo’n geval kan het zicht op de buitenspiegel aan passagierzijde belemmerd zijn. Houd u aan de geldende voorschriften.
C8_03-2_fr_G081.qxd 12/09/03 10:17 Page 95 ACHTERZITPLAATSEN III 95 Verstellen van de stoelen in lengterichting Licht de bedieningsstang op en schuif de stoel in de gewenste stand. Vanaf de derde zitrij kunt u aan de lus A trekken en de stoel verschuiven. Door deze handeling wordt het voor passagiers op de derde zitrij makkelijker om uit te stappen, wanneer de stoel op de tweede zitrij is neergeklapt.
C8_03-2_fr_G081.qxd III 12/09/03 10:17 96 Page 96 ACHTERZITPLAATSEN B C D Opklappen van een zijstoel Instap naar de derde zitrij Licht de bediening voor het inklappen B of C geheel op. Kantel de rugleuning naar voren zodat de achterpoten loskomen uit de vergrendeling. De stoel wordt met deze handeling automatisch opgeklapt. Uitstappen vanaf de derde zitrij Zet de hoofdsteun in de laagste stand. Trek D helemaal naar boven.
C8_03-2_fr_G097.qxd 25/09/03 14:06 Page 97 97 ACHTERZITPLAATSEN III H E G F Gebruik van de middelste stoel als tafeltje Duw de hendel E naar boven. Kantel de rugleuning naar voren. U heeft thans de beschikking over een tafeltje met twee bekerhouders. N.B.: trek aan de hendel E om de rugleuning terug te plaatsen in de rechtopstand. Opklappen van de middelste stoel Transformeer de stoel tot tafeltje. Trek de hendel F naar achteren om de stoel op te klappen.
C8_03-2_fr_G097.qxd III 98 25/09/03 14:06 Page 98 ACHTERZITPLAATSEN Opbergen van de achterstoelen Wanneer u lange voorwerpen vervoert, kunt u de achterstoelen ingeklapt links of rechts in de auto opbergen. Plaats hiervoor de twee stoelen op de voorste rail in de rijrichting en de twee stoelen op de achterste rail tegen de rijrichting in. Opbergen van de middelste stoel De middelste stoel kan alleen op de rails linksachter worden opgeborgen, die speciaal voor dat doel is versterkt.
C8_03-2_fr_G097.qxd 25/09/03 14:06 Page 99 99 ACHTERBANK III D B E C A Verstellen van de stoelen in lengterichting Licht de stang A op en schuif de bank naar voren of naar achteren. Opmerking: om het beladen van de auto via de achterklep te vergemakkelijken, kunt u de achterbank naar voren verplaatsen door aan de bediening B te trekken. Opklappen van de achterbank Zet de hoofdsteunen in de laagste stand. Trek de lus C vanaf de achterklep naar u toe. Klap de rugleuning op de zitting neer.
C8_03-2_fr_G097.qxd III 25/09/03 14:06 Page 100 100 HOEDENPLANK Hoedenplank met parapluhouder Verwijderen van de hoedenplank via de achterklepopening: - trek de hoedenplank naar achteren, - licht de plank iets op en neem hem uit. Bagagedek Aanbrengen: - bevestig de rolautomaat van het bagagedek aan een uiteinde aan de tweede zitrij.
C8_03-2_fr_G097.qxd 25/09/03 14:06 Page 101 101 Beschermnet III Beschermnet Open de afdekplaatjes van de bovenste bevestigingspunten bij de tweede zitrij. Bevestig de vier haakjes van het net aan de bevestigingsogen. Bagagenet Verticaal: Vouw het net dubbel. Bevestig de twee middelste haken aan de sjorogen in de vloer. Bevestig de vier andere haken van het net aan de achterklepstijlen. Horizontaal: Bevestig de vier haken van het net aan de sjorogen in de vloer.
C8_03-2_fr_G097.qxd III 102 25/09/03 14:06 Page 102 Schuifdak Elektrisch bediende schuifdaken U heeft de beschikking over drie schuifdaken die elk afzonderlijk bediend kunnen worden. Met een van de schakelaars voorin kunnen echter ook de twee achterste schuifdaken bediend worden. • Openklappen: houd gedeelte A van de schakelaar ingedrukt. • Openschuiven: druk kort op deel A van de schakelaar.
C8_03-2_fr_G097.qxd IV 25/09/03 14:06 Page 103 Openen van de motorkap 103 A Motorkap Verricht deze handeling uitsluitend bij stilstaande auto. Licht het klepje op de linkerportiersponning op en trek de bediening omhoog. Waarschuwing openstaande motorkap Deze functie is gekoppeld aan het alarmsysteem. Waneer de motor draait of de auto rijdt terwijl de motorkap niet goed gesloten is, licht ter waarschuwing een symbooltje op het multifunctioneel display op en hoort u een zoemer.
C8_03-2_fr_G097.qxd IV 104 25/09/03 14:06 Page 104 Onderhoudsintervalindicator Deze meter informeert u wanneer de volgende voorgeschreven onderhoudsbeurt dient plaats te vinden. De informatie wordt bepaald op basis van de volgende twee factoren: het aantal afgelegde kilometers en de verstreken tijd sinds de laatste onderhoudsbeurt.
C8_03-2_fr_G097.qxd 25/09/03 14:06 Page 105 Onderhoudsintervalindicator IV 105 Onderhoudsinterval Indien uw auto onder bijzonder zware omstandigheden wordt gebruikt, dient u zich te houden aan het onderhoudsprogramma voor "zware gebruiksomstandigheden'', waarbij kortere onderhoudsintervallen worden gehanteerd (zie Onderhoudsboekje).
C8_03-2_fr_G097.qxd IV 106 25/09/03 14:06 Page 106 Roetfilter dieselmotor Als aanvulling op de katalysator draagt dit filter actief bij tot een vermindering van de uitstoot van onverbrande, vervuilende deeltjes. Het verhindert op die manier de uitstoot van zwarte rook. Verstopt roetfilter. Mocht er een risico zijn dat het roetfilter verstopt raakt, dan verschijnt op het multifunctioneel display de melding ‘’ RISICO VAN VERSTOPPING ROETFILTER ‘’ en hoort u een geluidssignaal.
C8_03-2_fr_G097.qxd 25/09/03 14:06 Page 107 107 CONTROLES IV A Luchtfilter Volg de instructies in het onderhoudsboekje op. Vloeistof ruitensproeier voor en achter en koplampwissers Gebruik bij voorkeur de door CITROËN voorgeschreven producten. Koelvloeistof Het vloeistofniveau moet zich tussen de maatstreepjes MIN. en MAX. op de vultank bevinden. Wacht, indien de motor warm is, 15 minuten. Soort: Raadpleeg het onderhoudsboekje. Voer geen ingrepen aan het koelcircuit uit bij warme motor.
C8_03-2_fr_G097.qxd IV 108 25/09/03 14:06 Page 108 MOTOR V6/24S A 0 C:\Documentum\Checkout\V3_03_2_T097-NEL.
C8_03-2_fr_G097.qxd IV 25/09/03 14:06 Page 109 MOTOR MOTOR 2.0i 2.2i 16V 16V A 0 C:\Documentum\Checkout\V3_03_2_T097-NEL.
C8_03-2_fr_G097.qxd IV 110 25/09/03 14:06 Page 110 MOTOR MOTOR 2.0 2.2 HDi HDi 16V 16V A Het brandstofcircuit van deze dieseluitvoering staat onder zeer hoge druk: HET IS DERHALVE NIET TOEGESTAAN ZELF INGREPEN AAN DIT SYSTEEM UIT TE VOEREN. De HDi-motor is het resultaat van de meestvooruitstrevende technologie. Het verrichten van werkzaamheden aan deze motor vereist specialistische kennis. Hierover beschikt uitsluitend uw CITROËN-dealer. 0 C:\Documentum\Checkout\V3_03_2_T097-NEL.
C8_03-2_fr_G097.qxd IV 25/09/03 14:07 Page 111 BRANDSTOFSYSTEEM DIESEL 111 Aftappen van water uit het brandstoffilter Ontlucht het systeem regelmatig (bij elke keer dat de motorolie wordt ververst). Draai de ontluchtschroef of de detectiesonde water in diesel aan de onderkant van het brandstoffilter los. Laat het water geheel weglopen. Draai vervolgens de ontluchtschroef of de detectiesonde water in diesel weer dicht. De HDi-motor is het resultaat van de meestvooruitstrevende technologie.
C8_03-2_fr_G097.qxd IV 25/09/03 14:07 Page 112 112 Niveaus Motorolie Controleer nadat de motor minstens tien minuten is afgezet. Trek de oliepeilstok uit de houder. Het niveau moet zich tussen de maatstreepjes MIN. en MAX. op de oliepeilstok bevinden. Stuurbekrachtigingsvloeistof Wend u tot een CITROËN-dealer voor het bijvullen van het niveau. Soort: Raadpleeg houdsboekje. het onder- Bijvullen motorolie Verwijder de peilstok alvorens olie bij te vullen. Controleer het niveau na het bijvullen.
C8_03-2_fr_G113.qxd 3/11/03 15:55 Page 113 Niveaus IV 113 Bijvullen koelvloeistof Het vloeistofniveau moet zich tussen de maatstreepjes MIN. en MAX. op het expansiereservoir bevinden. Vul de vloeistof bij. Als het koelvloeistofniveau met meer dan 1 liter moet worden bijgevuld, is het raadzaam het circuit te laten nakijken door een CITROËN-dealer. Draai de dop goed vast. N.B.
C8_03-2_fr_G113.qxd IV 3/11/03 15:55 Page 114 114 Niveaus Motorolie Controleer nadat de motor minstens tien minuten is afgezet. Trek de oliepeilstok uit de houder. Het niveau moet zich tussen de maatstreepjes MIN. en MAX. op de oliepeilstok bevinden. Stuurbekrachtigingsvloeistof Wend u tot een CITROËN-dealer voor het bijvullen van het niveau. Soort: Zie “Het onderhoudsboekje”. Bijvullen motorolie Verwijder de peilstok alvorens olie bij te vullen. Controleer het niveau na het bijvullen.
C8_03-2_fr_G113.qxd IV 3/11/03 15:55 Page 115 INHOUD 115 RESERVOIRS Ruitensproeiervloeistof voor en achter 7,5 liter Vloeistof ruitensproeier voor, achter en koplampwissers 7,5 liter Type motor Inhoud motorolie (in liters) Motor 2.0i 16 kleppen 4,25 Motor 2.2i 16 kleppen 4,25 Motor V6 24 kleppen 5,40 Motor 2.0 HDi 16 kleppen 4,75 Motor 2.2 HDi 16 kleppen 4,75 (1) Verversen met vervangen filterelement 0 C:\Documentum\Checkout\V3_03_2_T113-NEL.
C8_03-2_fr_G113.qxd IV 3/11/03 15:55 Page 116 116 IV 0 C:\Documentum\Checkout\V3_03_2_T113-NEL.
C8_03-2_fr_G113.qxd 3/11/03 15:55 Page 117 12-VOLTS V ACCU 117 Starten van de motor na aansluiten van de losgenomen accu - Draai de sleutel in het contact om. - Wacht ongeveer één minuut voordat u de motor start om de elektronische systemen de tijd te gunnen zichzelf te resetten. Het opnieuw invoeren van de autoradiocode kan noodzakelijk zijn.
C8_03-2_fr_G113.qxd V 118 3/11/03 15:55 Page 118 12-VOLTS ACCU Starten met een hulpaccu Als de accu ontladen is, kan een hulpaccu worden gebruikt of de accu van een andere auto. Het opvolgen van onderstaande instructies in de juiste volgorde is essentieel. Controleer of de accu de juiste spanning heeft (12 volt). Als u een accu gebruikt van een andere auto, dient u de motor van deze auto af te zetten. De twee auto's mogen elkaar niet raken.
C8_03-2_fr_G113.qxd 3/11/03 15:55 Page 119 119 ZEKERINGTABEL V Zekeringkast Zowel onder het dashboard als in het accucompartiment bevindt zich een zekeringkast. Vervangen van een zekering Voordat u een defecte zekering vervangt, moet u eerst de oorzaak van de storing opsporen en verhelpen. De nummers van de zekeringen staan op de zekeringkast. Kies voor het vervangen van een defecte zekering altijd een met dezelfde sterkte (dezelfde kleur).
C8_03-2_fr_G113.
C8_03-2_fr_G113.qxd 3/11/03 15:55 Page 121 121 ZEKERINGTABEL V 29 30 31 32 MF4 33 34 MF3 35 36 MF2 37 38 39 MF1 Zekeringen in het accucompartiment Zekeringkast Klik het deksel in de vloer onder de rechter voorstoel los om de accu te kunnen bereiken. Ingrepen aan de MAXI zekeringen, die een extra bescherming bieden en die zich in de zekeringkasten bevinden, zijn uitsluitend voorbehouden aan CITROËN-dealers.
C8_03-2_fr_G113.
C8_03-2_fr_G113.qxd 3/11/03 15:55 Page 123 123 ZEKERINGTABEL V 3 4 15 1 6 17 7 5 2 12 16 13 14 18 8 Zekeringen onder de motorkap Zekeringkast Wip het deksel los van de zekeringkast (naast de accu) in het motorcompartiment. Nummer Sterkte MF1 50 A Koelventilatorgroep (hoge snelheid) Verzuim niet het deksel na de werkzaamheden goed te sluiten.
C8_03-2_fr_G113.
C8_03-2_fr_G113.qxd 3/11/03 15:55 Page 125 VERVANGEN V VAN DE LAMPEN 125 5 4 1 3 2 KOPLAMPUNIT VOOR ➊ Dimlichten ➋ Grootlicht ➌ Mistlampen ➍ Parkeerlichten ➎ Richtingaanwijzer N.b.: Onder bepaalde gebruiksomstandigheden kan zich op het koplampglas een dun laagje condens vormen. Indien de koplamp voorzien is van dit symbool, is vanwege het gevaar van elektrocutie elke ingreep m.b.t. het vervangen van de xenon D2R gloeilampen voor de dimlichten voorbehouden aan een CITROËN-dealer.
C8_03-2_fr_G113.qxd V 126 3/11/03 15:55 Page 126 VERVANGEN Mistlampen Neem de kunststof beschermkap los door deze met een kwartslag te verdraaien. Maak de stekker los. Druk op de klemmen en maak deze los. Trek de gloeilamp naar buiten. VAN DE Knipperlicht voor Verdraai de fittinghouder kwartslag. een Lamp: PY 21 W (amber). Parkeerlichten Verdraai de lamphouder een kwartslag en verwijder deze. LAMPEN Zijknipperlicht Duw de lamphouder naar achteren zodat deze los komt en trek hem naar u toe.
C8_03-2_fr_G113.qxd 3/11/03 15:56 Page 127 VERVANGEN V Binnenverlichting Trek de transparante kap van de binnenverlichting los om de gloeilamp te kunnen bereiken. VAN DE Verlichting kofferruimte Trek de verlichting los om de gloeilamp te kunnen bereiken. LAMPEN Verlichting handschoenenkastje Trek de verlichting los om de gloeilamp te kunnen bereiken.
C8_03-2_fr_G113.qxd V 3/11/03 128 15:56 Page 128 VERVANGEN VAN DE LAMPEN V D 1 2 Demonteren Trek vanaf het interieur de kap A los en verwijder schroef B en C van buitenaf. Verwijder schroef D. De lamphouder een kwartslag verdraaien en trekken. 3 A C 4 B 5 ACHTERLICHTUNIT Ga na welke lamp defect is. Lampen: ➊ Richtingaanwijzers: P 21 W. ➋ ➌ Parkeerlichten: ➍ ➎ Achteruitrijlichten: P 21 W. Mistachterlicht: P 21 W.
C8_03-2_fr_G129.qxd V 12/09/03 10:21 Page 129 VERVANGEN VAN DE LAMPEN 129 Kentekenplaat Trek de transparante kap los en neem de lamphouder uit. Lamp: W 5 W. 3e Remlicht Verwijder de bovenste achterklepbekleding door deze los te klikken en neem de lamphouder uit. Lamp: W 5 W (5 Lampen:). Test na elke ingreep de werking van de verlichting. 0 C:\Documentum\Checkout\V3_03_2_T129-NEL.
C8_03-2_fr_G129.qxd V 130 12/09/03 10:21 Page 130 VEILIGHEIDSADVIEZEN V Trekhaak Wij adviseren u de montage van deze voorziening over te laten aan een CITROËN-dealer, aangezien hij bekend is met de sleepgewichten van de auto en over de benodigde instructies beschikt met betrekking tot een dergelijk veiligheidssysteem.
C8_03-2_fr_G129.qxd V 12/09/03 10:21 Page 131 131 ALLESDRAGERS A Set allesdragers Gebruik in verband met het ontwerp, ten behoeve van uw veiligheid en om beschadiging van het dak te verkomen, de door CITROËN geteste en goedgekeurde daklastdragers. Om de dwarsgeplaatse allesdragers te kunnen gebruiken moet u deze eerst aan de vier blokkeerhendels ontgrendelen. Schuif ze vervolgens in de rails om ze in de gewenste stand te zetten. Zet elke drager aan de vier blokkeerhendels onder bij de pootjes vast.
C8_03-2_fr_G129.qxd V 132 12/09/03 10:21 Page 132 VERWISSELEN VAN EEN WIEL 2 1 3 4 Gereedschap Het gereedschap bevindt zich in het motorcompartiment. 1 - Krik 2 - Wielsleutel 3 - Demonteerbaar sleepoog 4 - Wieldoplichter om de wielbouten te kunnen bereiken (alleen bij aluminium velgen). A Uitnemen van het reservewiel Het reservewiel is onder de achterste vloerplaat aangebracht. De bevestigingsbout van het reservewiel bevindt zich aan interieurzijde bij de sluiting. Licht de kunststof dop A op.
C8_03-2_fr_G129.qxd V 12/09/03 10:21 Page 133 VERWISSELEN VAN EEN WIEL 133 Demonteren - Zet de wagen op een vlakke en horizontale ondergrond. Zet de handrem vast. - Zet het contact af en schakel, indien u de auto op een helling parkeert, de eerste versnelling of de achteruitversnelling in, afhankelijk van de positie van de auto. (automatische versnellingsbak: zet de schakelhendel in de stand P).
C8_03-2_fr_G129.qxd V 134 12/09/03 10:21 Page 134 VERWISSELEN VAN EEN WIEL Let op: Elk type wiel heeft zijn specifieke wielbouten. Informeer, wanneer u de wielen vervangt, eerst bij onze dealers of de bouten in de nieuwe wielen passen. Terugplaatsen van het wiel Bevestig het wiel aan de drager, het ventiel naar boven gericht. Draai de bouten vanuit de koffer vast en monteer de kunststof afdekkap A. Berg het gereedschap op.
C8_03-2_fr_G129.qxd V 12/09/03 10:21 Page 135 Bandenspanning 135 Detectie te lage bandenspanning Dit systeem waarschuwt u voor een te lage bandenspanning of een lekke band. Dit gebeurt via sensoren die vanaf een snelheid van 28 km/uur regelmatig de staat van de wielen controleren. Controleer, ondanks dit systeem, regelmatig de bandenspanning.
C8_03-2_fr_G129.qxd V 12/09/03 10:21 136 Page 136 Bandenspanning Adviezen - Aanbevelingen Om veilig te kunnen rijden is het uiterst belangrijk dat de bandenspanning altijd overeenkomt met de aanbevelingen van de autofabrikant. Controleer de spanning daarom regelmatig, bijvoorbeeld iedere maand, en systematisch voor elke lange rit. Vergeet daarbij het reservewiel niet.
C8_03-2_fr_G129.qxd 12/09/03 10:21 Page 137 SLEPEN V Advies: Alleen bij hoge uitzondering is het toegestaan de auto over een korte afstand en met lage snelheid te slepen (informeer naar de wettelijke bepalingen). Indien niet voldaan wordt aan deze voorwaarden mag uw auto uitsluitend op een autoambulance worden getransporteerd. VOORSCHRIFT SLEPEN UITVOERINGEN MET AUTOMAAT Zet de schakelhendel in de stand N (neutrale stand).
C8_03-2_fr_G129.qxd V 12/09/03 10:21 Page 138 138 V 0 C:\Documentum\Checkout\V3_03_2_T129-NEL.
C8_03-2_fr_G129.qxd 12/09/03 10:21 Page 139 BRANDSTOFVERBRUIKSCIJFERS* VI 139 ( i n l i t e r s / 1 0 0 km, vol g e n s ECE- n o r m) Type motor 2.0i 16 V 2.2i 16V V6/24V 2.0 HDi 16V FAP 2.2 HDi 16V FAP BERLINE handgeschakeld automaat handgeschakeld automaat handgeschakeld automaat handgesch.
C8_03-2_fr_G129.qxd VI 12/09/03 140 10:21 Page 140 Algemene Type motor gegevens 2.0i 16 V Benzine 2.0i 16 V automaat 2.
C8_03-2_fr_G129.qxd 12/09/03 10:21 Page 141 Algemene VI 2.0 HDi 16V FAP 2.0 HDi 16V automaat FAP gegevens 141 2.2 HDi 16V FAP handgesch. 6-versn.
C8_03-2_fr_G129.qxd VI 12/09/03 10:21 Page 142 AFMETINGEN 142 (in A 2,823 B 4,726 C 1,012 D 0,891 E 1,548 F 1,570 G 1,854 H 1,752 I 2,194 C VI meters) A D B H F E I G 0 C:\Documentum\Checkout\V3_03_2_T129-NEL.
C8_03-2_fr_G129.qxd 12/09/03 10:21 Page 143 AFMETINGEN VI (in A 0,370 B 1,118 C 2,014 D 1,153 E 0,995 143 meters) F E B F 0,979 A G 1,243 D G 0 C:\Documentum\Checkout\V3_03_2_T129-NEL.
C8_03-2_fr_G129.qxd VI 12/09/03 10:21 144 Page 144 IDENTIFICATIE A 1 2 3 4 5 6 B VI A Typeplaatje Dit bevindt zich onderop de middenstijl, aan de rechter zijde van de auto.
C8_03-2_fr_G145.qxd VI 2/10/03 9:50 Page 145 Anti-sneeuwscherm voor “koude landen” 145 Voor de montage A Montage-instructie voor de twee anti-sneeuwschermen. Klem de schermen op de spijlen van het ventilatierooster in de bumper bij A. Na de montage Let op: De twee bijgeleverde anti-sneeuwschermen dienen door de C8-gebruiker te worden aangebracht aan het begin van de winter en verwijderd bij aanvang van de zomer. NE C8-V3 2003/2 C:\Documentum\Checkout\V3_03_2_T145-NEL.
C8_03-2_fr_G145.qxd VI 146 2/10/03 9:50 Page 146 AANTEKENINGEN NE C8-V3 2003/2 C:\Documentum\Checkout\V3_03_2_T145-NEL.
C8_03-2_fr_G145.qxd 2/10/03 9:50 Page 147 AANTEKENINGEN VI NE C8-V3 2003/2 C:\Documentum\Checkout\V3_03_2_T145-NEL.
C8_03-2_fr_G145.qxd VI 2/10/03 9:50 Page 148 148 AANTEKENINGEN NE C8-V3 2003/2 C:\Documentum\Checkout\V3_03_2_T145-NEL.
C8_03-2_fr_G145.qxd 2/10/03 9:50 Page 149 AANTEKENINGEN VI NE C8-V3 2003/2 C:\Documentum\Checkout\V3_03_2_T145-NEL.
C8_03-2_fr_G145.qxd VI 2/10/03 9:50 Page 150 150 AANTEKENINGEN NE C8-V3 2003/2 C:\Documentum\Checkout\V3_03_2_T145-NEL.
C8_03-2_fr_G145.qxd 2/10/03 9:50 Page 151 AANTEKENINGEN VI NE C8-V3 2003/2 C:\Documentum\Checkout\V3_03_2_T145-NEL.
C8_03-2_fr_G145.qxd VI 2/10/03 9:50 Page 152 152 AANTEKENINGEN NE C8-V3 2003/2 C:\Documentum\Checkout\V3_03_2_T145-NEL.
C8_03-2_fr_G145.qxd 2/10/03 9:50 Page 153 AANTEKENINGEN VI NE C8-V3 2003/2 C:\Documentum\Checkout\V3_03_2_T145-NEL.
C8_03-2_fr_G145.qxd VI 2/10/03 9:50 Page 154 154 AANTEKENINGEN NE C8-V3 2003/2 C:\Documentum\Checkout\V3_03_2_T145-NEL.
C8_03-2_fr_G145.qxd 2/10/03 9:50 Page 155 AANTEKENINGEN VI NE C8-V3 2003/2 C:\Documentum\Checkout\V3_03_2_T145-NEL.
C8_03-2_fr_G145.qxd VI 2/10/03 9:50 Page 156 156 AANTEKENINGEN NE C8-V3 2003/2 C:\Documentum\Checkout\V3_03_2_T145-NEL.
C8_03-2_fr_G145.qxd 2/10/03 9:50 Page 157 AANTEKENINGEN VI NE C8-V3 2003/2 C:\Documentum\Checkout\V3_03_2_T145-NEL.
C8_03-2_fr_G145.qxd ABC 2/10/03 158 9:50 Page 158 TREFWOORDENREGISTER ABC A Aanhangergewicht ...... 140-141 ABS .............................. 70-71-XIII Accessoirestekker (12 volt) 87 Accu ....................... 117-118-XIV Achterbank ............................. 99 Achterklep ............................... 49 Achterstoelen .............. 95 ➟ 98 Achteruitversnelling .... 104-105 Afmetingen ................... 142-143 Afstandsbediening ......... 5-6-41 Airbag .......................
C8_03-2_fr_G145.qxd ABC 2/10/03 9:50 Page 159 TREFWOORDENREGISTER K Kindersloten ............................ 48 Kinderzitje ............... 38-39-VIII-IX Kleurcode van de lak ........ 144 Koelvloeistof ........................ 113 Koelwatertemperatuurmeter ........................ 18-55 Koplampen (bediening) ....... 23 Krik ........................................ 132 L Lade ......................................... 86 Lak (onderhoud) ........... XXI-XXII Lampen vervangen ............
C8_03-2_fr_G145.qxd ABC 160 2/10/03 9:50 Page 160 TREFWOORDENREGISTER V Veiligheid (adviezen) ........ XI-XII Ventilatie verwarming .............. 73 ➟ 75 Ventilatieroosters .................. 73 Verbruik ................................ 139 Verdraaien van de stoelen .................. 97 Verlichting ................... 22 ➟ 24 Versnellingspook .................. 27 Verstelling van de koplampen ........................... 24 V Verwarming en ventilatie ..............