Operation Manual
C
C8_03-2_fr_G017.qxd 26/09/03 10:15 Page 24
0
C:\Documentum\Checkout\V3_03_2_T017-NEL.win 15/3/2004 19:32
-page8
24
I
BEKNOPTE GEBRUIKSAANWIJZING
Signalering
Uitvoeringen met
MISTLICHTEN VOOR EN ACHTER (Ring C)
Mistlichten vóór en achter gedoofd
Draai ring C vanuaf.
Mistlichten vóór aan
De mistlampen voor werken in combinatie met de parkeerlichten
of de dimverlichting.
Draai de ring C van u af.
Mistlichten vóór en achter aan
Doven:
één stand naar u toe draaien: mistlichten voor gaan uit.
twee standen naar u toe draaien: mistlichten voor en achter gaan uit.
N.b.: Demistachterlichtenmogenalleenbijmistofsneeuwbuienwordengebruikt(zichtminderdan50meter).
Verstelling van de koplampen (Voor auto’s zonder xenonlampen.)
Het is raadzaam de reikwijdte van de lichtbundel van de koplampen aan te passen aan de belading
van de auto.
Stand 0: 1 of 2 inzittenden.
Stand –: 3 inzittenden.
Stand 1: 5 inzittenden.
Stand 2: 5 inzittenden + bagage.
Stand 3: Bestuurder + maximaal toegestane belading.
N.B.: bij auto’s voorzien van xenonlampen wordt de hoogte van de koplampen automatisch op de belading van de au-
to afgestemd.