Operation Manual

6
2
5
9
1
3
11
2
8
3
5
6
11
4
10
12
8
4
7
C8_03-2_fr_G033.qxd 16/09/03 11:05 Page 33
0
C:\Documentum\Checkout\V3_03_2_T033-NEL.win 15/3/2004 19:32
-page1
33
I
BEKNOPTE GEBRUIKSAANWIJZING
Automatische
Klimaatregeling
1-Display
Dit systeem regelt automatisch de temperatuur, de stroomsnelheid en de verde-
ling van de aangevoerde lucht in het interieur, afhankelijk van de door u ingestel-
de temperatuur. (Zowel links als rechts)
Wanneer de ventilatie permanent in de automatische stand staat (druk hier-
voor op de toets AUTO)enalle ventilatieroosters geopend zijn, verkrijgt u een
zo aangenaam mogelijke ventilatie onder alle klimatologische omstandigheden,
hetgeen bijdraagt tot een optimaal comfort.
Wanneer de aanjager volledig uitstaat kan de airconditioning niet werken.
Wanneer u op de toets 10 drukt, kunnen de achterpassagiers zelf de hoeveelheid
aangevoerde lucht regelen. Zowel aan de linker als rechterzijde bevindt zich hier-
toe het stelwieltje 11.
Bedieningspaneel
1 -Display
2 - Instellen van de temperatuur (Links)
3 - Instellen van de temperatuur (Rechts)
4 - Automatische werking
5 - Airconditioning
6 - Recirculatie van de interieurlucht
7 -Luchtverdeling
8 - Snelheid van de luchtstroom
9 - Ontwaseming - Ontdooiing. Programma zicht (toets
max)
10 - Regelen van de ventilatie achter
11 - Het regelen van de luchttoevoer naar de achterzit-
plaatsen ( op de beide zijschuifportierstijlen)
12 - Ontwaseming achterruit en spiegels
HOOFDSTUK III
Klimaatregeling