Operation Manual

113
Rijden
DS3_nl_Chap06_conduite_ed01-2014
Bij de automatische transmissie met vier
versnellingen kunt u kiezen uit automatisch
schakelen, aangevuld met de programma's
Sport en Sneeuw, en handmatig schakelen.
Deze transmissie heeft dus vier
gebruiksmogelijkheden:
- automatisch schakelen: het schakelen
wordt elektronisch aangestuurd door de
transmissie,
- programma Sport: dit schakelprogramma
maakt een meer dynamische rijstijl
mogelijk,
- programma Sneeuw: dit
schakelprogramma vereenvoudigt het
rijden op een ondergrond met weinig grip,
- handmatig schakelen: deze stand maakt
het zelf schakelen met de selectiehendel
mogelijk.
Automatische transmissie
1. Selectiehendel.
2. Toets "S" (sport).
3. Toets " T" (sneeuw).
Schakelpatroon
P. Parkeerstand.
- Stilzetten van de auto, met of zonder
aangetrokken handrem.
- Starten van de motor.
R. Achteruitversnelling.
- Achteruitrijden, stilstaande auto,
stationair toerental.
N. Neutraalstand.
- Stilzetten van de auto, met aangetrokken
handrem.
- Starten van de motor.
D. Automatische werking.
M + / -.
Zelf schakelen tussen de vier versnellingen.
F Beweeg de selectiehendel kort naar voren
om één versnelling op te schakelen.
of
F Beweeg de selectiehendel kort naar achteren
om één versnelling terug te schakelen.
Selectiehendel