Operation Manual
DS3_nl_Chap07_visibilite_ed01-2014
Lichtschakelaar
Met de lichtschakelaar kunt u de verlichting van de auto selecteren en inschakelen.
De lichtschakelaar heeft verschillende standen
om de zichtbaarheid van de auto en het zicht
van de bestuurder aan te passen aan de
omgeving:
- parkeerlicht: om gezien te worden,
- dimlicht: voor een optimaal zicht zonder
medeweggebruikers te verblinden,
- grootlicht: voor een optimaal zicht op
wegen zonder medeweggebruikers.
Hoofdverlichting
Uw auto is voorzien van aanvullende verlichting
voor specifieke zichtomstandigheden:
- één mistachterlicht om van afstand gezien
te worden,
- mistlampen vóór voor nóg beter zicht,
- LED-dagrijverlichting om overdag gezien te
worden.
Aanvullende verlichting
Het verlichtingssysteem heeft verschillende
extra automatische functies, afhankelijk van de
uitvoering van uw auto:
- follow-me-homeverlichting,
- automatische verlichting.
Instellingen
Onder bepaalde weersomstandigheden
(lage temperatuur, vochtigheid) kan zich
een laagje condens aan de binnenzijde
van de koplampen en de achterlichten
vormen; dit verdwijnt enkele minuten na
het ontsteken van de koplampen.