Operation Manual
233
Praktische informatie
DS3_nl_Chap10_info-pratiques_ed01-2014
Bescherm uw ogen en gezicht voordat
u de accu hanteert.
Verricht uitsluitend ingrepen aan de
accu in een goed geventileerde ruimte,
uit de buurt van open vuur of vonken
gevende voorwerpen, om elk risico van
brand- of explosiegevaar uit te sluiten.
Probeer niet een bevroren accu op
te laden: de accu moet eerst worden
ontdooid om explosiegevaar uit te
sluiten. Laat een bevroren accu voordat
u hem laat opladen eerst controleren
door het CITROËN-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats. Daar wordt
voor u gecontroleerd of de inwendige
componenten zijn beschadigd en of de
behuizing scheuren vertoont, waardoor
giftige en bijtende accuzuren zouden
kunnen weglekken.
Keer de polariteiten niet om en gebruik
uitsluitend een 12V-acculader.
Maak de accupoolklemmen niet los bij
draaiende motor.
Laad de accu niet op zonder de
accupoolklemmen los te nemen.
Was uw handen als u klaar bent met
deze werkzaamheden.
Het aanduwen om de motor te starten
is bij een auto met een elektronisch
gestuurde versnellingsbak of een
automatische transmissie niet toegestaan.
Laden met behulp van een
acculader
Accu's bevatten schadelijke stoffen,
zoals zwavelzuur en lood. Accu's
moeten volgens de wettelijke
voorschriften worden afgevoerd en
mogen in geen geval bij het huisvuil
terechtkomen.
Lever lege batterijen en accu's in bij
een speciaal afvalstoffendepot.
F Volg de aanwijzingen van de fabrikant van
de acculader.
Koppel de accu niet los om deze op te
laden.