Operation Manual

27
Controle tijdens het rijden
DS3_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2014
Waarschuwingslampjes
Als bij draaiende motor of tijdens het rijden een van
de volgende waarschuwingslampjes gaat branden,
wijst dit op een storing in het desbetreffende
systeem en moet de bestuurder actie ondernemen.
Lees in het geval van een storing waarbij een waarschuwingslampje gaat branden
de aanvullende informatie, die via een melding op het multifunctionele display wordt
weergegeven.
Raadpleeg indien nodig het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Controlelampje brandt Oorzaak Acties / Opmerkingen
STOP permanent, alleen of
in combinatie met een
ander controlelampje,
een geluidssignaal
en een bericht op het
display.
Dit controlelampje brandt bij
een ernstige storing aan het
remsysteem of bij een te hoge
koelvloeistoftemperatuur.
Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats,
omdat de motor onder het rijden kan afslaan.
Zet het contact af en neem contact op met het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Service tijdelijk. Er is een kleine storing opgetreden
waarbij geen specifiek controlelampje
gaat branden.
Identificeer de storing met behulp van de melding op
het display zoals bijvoorbeeld:
- het motorolieniveau,
- het niveau van de ruitensproeiervloeistof,
- de batterij van de afstandsbediening,
- vervuiling van het roetfilter, bij uitvoeringen met
dieselmotor (zie hoofdstuk "Controles - rubriek
Roetfilter").
Raadpleeg in andere gevallen het CITROËN-netwerk
of eengekwalificeerde werkplaats.
permanent. Er is een ernstige storing opgetreden
waarbij geen specifiek controlelampje
gaat branden.
Identificeer de storing met behulp van de melding op
het display en raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.