Operation Manual

31
Controle tijdens het rijden
DS3_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2014
Airbags tijdelijk. Het lampje brandt gedurende enkele
seconden en dooft als het contact
wordt aangezet.
Het lampje moet doven zodra de motor wordt gestart.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
permanent. Er is een storing in een van de airbags
of de pyrotechnische gordelspanners.
Laat dit controleren door het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Controlelampje brandt Oorzaak Acties / Opmerkingen
Veiligheidsgordel
niet vastgemaakt
of losgemaakt
permanent, en knippert
vervolgens in combinatie
met een in volume
toenemend geluidssignaal.
De bestuurder en/of de voorpassagier
heeft zijn veiligheidsgordel niet
vastgemaakt of losgemaakt.
Trek aan de gordel en klik de gesp vast in de gesphouder.
Stuurbekrachtiging
permanent. Er is een storing met betrekking tot de
stuurbekrachtiging.
Rijd voorzichtig en met lage snelheid.
Laat het systeem nakijken door het CITROËN-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.