Operation Manual

3
9
Controle tijdens het rijden
Controlelamp
je
b
ran
dt
Oorzaak
A
cties / Opmerkin
g
en
Zelfdia
g
nose
m
oto
r
knippert. Er is een storin
g
in het
motormana
g
ements
y
steem.
Kans op beschadi
g
in
g
van de katal
y
sator.
Laat dit controleren door het
C
ITR
O
ËN-netwerk o
f
door een
g
ekwali
f
iceerde werkplaats.
permanent.
E
r
i
s een stor
i
n
g
i
n
d
e
e
m
i
ss
i
ere
g
e
li
n
g
.
H
et ver
klikk
er
l
amp
j
e moet
d
oven a
l
s
d
e motor wor
d
t
g
estart.
Raadplee
g
het CITRO
Ë
N-netwerk of een
gekwali
f
iceerde werkplaats als dit niet het geval is.
L
aa
g
b
randstofniveau
permanent. Als het lamp
j
e
g
aat branden zit er
nog
ongeveer 5 liter
brandstof
in
f
de
t
a
nk.
Ga zo snel mo
g
eli
j
k tanken om te voorkomen dat u met
een le
g
e tank strandt.
D
it controlelamp
j
e
g
aat elke keer na het aanzetten van
h
et contact branden zolan
g
er niet voldoende brandsto
f
g
etankt is.
Inhoud brandstoftank: on
g
eveer 50 liter
(
benzine
)
o
f
46 liter
(
diesel
)
;
(
Afhankeli
j
k van de uitvoerin
g
:
on
g
eveer 30 liter
(
benzine of diesel
))
.
Ri
j
d nooit door tot de tank helemaal lee
g
is,
h
ierdoor kunnen het emissiere
g
els
y
steem en het
i
n
j
ecties
y
steem beschadi
g
d raken.
T
e
h
o
g
e
koelvloeistoftemperatuur
r
permanent roo
d
. De temperatuur van de koelvloeisto
f
i
s te
h
oo
g
.
Z
et
d
e auto zo sne
l
mo
g
e
lijk
st
il
op een ve
ilig
e p
l
aats.
Wacht met het eventueel bi
j
vullen van de koelvloeisto
f
tot de motor is a
fg
ekoeld.
Als het probleem zich blij
f
t voordoen, raadpleeg
dan het CITROËN-netwerk of een
g
ekwalificeerde
w
erkplaats.