Operation Manual
4
5
Controle tijdens het rijden
De motorolieniveaumeter
g
ee
f
t aan o
f
het
m
otorolie
p
eil in orde is.
Bi
j
het aanzetten van het contact wordt eerst
de onderhoudsintervalindicator weer
g
e
g
even
e
n vervol
g
ens
g
edurende enkele seconden het
mo
t
o
r
o
li
e
niv
eau
.
M
otorolieniveaumeter
E
e
n
co
ntr
o
l
e
v
a
n h
e
t
o
li
e
niv
eau
i
s
alleen betrouwbaar als de auto o
p
een
vlakke, horizontale onder
g
rond staat
e
n de motor minstens
3
0 minuten niet
hee
f
t
g
edraaid.
Olieniveau correct
Te weini
g
olie
Als de aanduidin
g
"
OIL" knippert in
co
m
bi
n
a
t
ie
m
e
t
he
t v
e
r
klikke
r
l
a
mp
j
e serv
i
ce,
een
g
e
l
u
id
ss
ig
naa
l
en een me
ldi
n
g
op
h
et
multi
f
unctionele displa
y
, is het motorolieniveau
te
l
aa
g
.
C
ontroleer het olieniveau met de peilstok. Als
blijk
t
d
at
h
et o
li
en
i
veau te
l
aa
g
i
s, moet o
li
e
w
or
d
en
bijg
evu
ld
om te voor
k
omen
d
at ernst
ig
e
m
o
t
o
r
schade
o
nt
s
t
aa
t.
Storin
g
motorolieniveaumeter
A
ls de aanduiding "OIL --" kni
pp
ert, duidt dit
o
p een storing in de motorolieniveaumeter.
R
aadpleeg het CITROËN-netwerk of een
g
ekwali
f
iceerde werkplaats.
2 merktekens o
p
de
p
eilstok:
-
A = maxi; het oliepeil mag
n
oo
it
bo
v
e
n h
e
t niv
eau
A
u
itkomen
(
kans op schade
aan de motor
)
,
-
B = mini; als het oliepeil niet
b
oven
h
et n
i
veau
B
u
i
t
k
omt
,
m
oe
t
he
t v
oo
r
de
m
o
t
o
r v
a
n
u
w auto voor
g
esc
h
reven
t
y
pe motoro
li
e wor
d
en
bijgevuld via de vuldop.
Olie
p
eilstok
Raadplee
g
het hoofdstuk "Controles" voor
de plaats van de peilstok en het bi
j
vullen van
motorolie voor het motort
y
pe van uw auto.