Operation Manual

A
irba
g
s vóór
De airbags v
óó
r beschermen de bestuurder
e
n voorpassa
g
ier bi
j
een ernsti
g
e
f
rontale
a
anri
j
din
g
, om de kans op hoofd- en borstletsel
t
e
v
e
rkl
e
in
e
n.
De bestuurdersairba
g
is
g
e
ï
nte
g
reerd in
h
et stuurwiel en de passa
g
iersairba
g
in het
d
as
hb
oar
d
b
oven
h
et
d
as
hb
oar
dk
ast
j
e.
Activerin
g
De airba
g
s worden
g
eli
j
kti
j
di
g
op
g
eblazen,
b
ehalve als de airba
g
aan passa
g
ierszi
j
de
is uit
g
eschakeld, bi
j
een ernsti
g
e frontale
aanri
j
din
g
binnen
(
een
g
edeelte van
)
de
impactzone vóór
(
A
)
,
i
n
d
e
l
en
g
ter
i
c
h
t
i
n
g
van de auto
(
horizontaal
g
ezien
)
en vana
f
de
voorzijde richting de achterzijde van de auto.
De airba
g
v
óó
r wordt op
g
eblazen tussen de
b
estuurder en het stuur of tussen de passa
g
ier
v
oo
rin
e
n h
e
t
das
h
boa
r
d
o
m t
e
v
e
rhin
de
r
e
n
da
t
deze naar voren wordt
g
eslin
g
erd.