Operation Manual

2
1
3
Rijden
Dit systeem houdt uw auto bij het wegrijden op
e
en hellin
g
on
g
eveer 2 seconden op zi
j
n plaats.
In die ti
j
d kunt u uw voet van het rempedaal
n
aar het
g
aspedaal verplaatsen.
D
e
z
e
f
u
n
c
ti
e
i
s
a
ll
ee
n
ac
ti
e
f:
- als de auto volledi
g
stilstaat terwi
j
l u het
r
empe
d
aa
l
i
ntrapt,
- a
l
s
d
e
h
e
lli
n
g
s
h
oe
k
aan
b
epaa
ld
e
voorwaar
d
en vo
ld
oet,
- als het bestuurdersportier is gesloten.
De Hill
S
tart Assist kan niet worden
uit
g
eschakeld.
Hill Start Assist
A
ls de auto bergopwaarts stilstaat, wordt
d
eze even op zi
j
n plaats
g
ehouden als u het
r
em
p
edaal loslaat en
:
- bi
j
een hand
g
eschakelde versnellin
g
sbak
de eerste versnellin
g
of de neutraalstand
hebt in
g
eschakeld,
- bi
j
een E
GS
-versnellin
g
sbak de stand
A
of
M
h
e
b
t
g
ese
l
ecteer
d
.
-
bij
een automat
i
sc
h
e versne
lli
n
g
s
b
a
k
d
e
s
t
a
n
d
D
of
M
hebt geselecteerd.
Werkin
g
Storin
g
Bi
j
een storin
g
in het s
y
steem
g
aan deze
c
ontrolelamp
j
es branden. Raadplee
g
het
C
ITROËN-netwerk of een
g
ekwalificeerde
werkplaats om het s
y
steem te laten
co
ntr
o
l
e
r
e
n.
Verlaat de auto niet in de korte periode
dat u de Hill Start Assist
g
ebruikt.
A
ls u de auto moet verlaten terwi
j
l
de motor draait, bedien dan de
parkeerrem met de hand. Controleer o
f
d
e contro
l
e
l
amp
j
es van
d
e par
k
eerrem
o
p
h
et
i
nstrumentenpanee
l
constant
b
r
a
n
de
n.
Als de auto bergafwaarts stilstaat en de
a
chteruitversnellin
g
in
g
eschakeld is, wordt
de auto even op zi
j
n plaats
g
ehouden als u
het rem
p
edaal loslaat
.