Operation Manual

5
1
Controle tijdens het rijden
C
ontrolelamp
je
brand
t
Oorzaak Acties / Opmerkin
g
en
H
an
d
re
m
p
ermanent. De handrem is aan
g
etrokken o
f
niet
goed vrijgezet.
Z
et
d
e
h
an
d
rem vr
ij
zo
d
at
h
et contro
l
e
l
amp
j
e u
i
t
g
aat;
tra
p
het rem
p
edaal in.
Houd u aan de veili
g
heidsvoorschri
f
ten.
Raadplee
g
het hoofdstuk "Ri
j
den" voor meer informatie
o
v
e
r
de
h
a
n
d
r
e
m.
Elektrische
p
arkeerre
m
p
ermanent
.
De elektrische
p
arkeerrem is
aan
g
etrokken.
Zet de elektrische parkeerrem vrij zodat het
verklikkerlamp
j
e uit
g
aat: trap het rempedaal in en trek
a
an de hendel van de elektrische parkeerrem.
Houd u aan de veili
g
heidsvoorschriften.
Raadplee
g
het hoofdstuk "Ri
j
den" voor meer informatie
over de elektrische parkeerrem.
U
itschakeling van
d
e automatische
werkin
g
van
d
e elektrische
p
arkeerre
m
p
ermanent
.
D
e
fu
n
c
ti
es
"
au
t
o
m
a
ti
sc
h
aa
ntr
e
kk
e
n"
(
bi
j
het a
f
zetten van de motor
)
en
"
automatisch ont
g
rendelen" zi
j
n
u
it
g
eschakeld of werken niet.
Activeer de
f
unctie
(
volgens land van bestemming
)
via het con
f
i
g
uratiemenu van de auto o
f
raadplee
g
het
CITROËN-netwerk of een
g
ekwalificeerde werkplaats.
V
oor
g
loeien
d
ieselmotor
p
ermanent. H
e
t
co
nt
ac
t
s
l
o
t
s
t
aa
t in
de
tw
eede
stand
(
Contact
)
.
Wacht met starten tot het controlelamp
j
e uit
g
aat.
De wachtti
j
d is afhankeli
j
k van de
w
eersomstandi
g
heden
(
in extreme
g
evallen
3
0 seconden
)
.
Als de motor niet wil aanslaan
,
zet dan het contact af.
Z
et
h
et contact
d
an weer aan en wac
h
t opn
i
euw tot
h
et
l
amp
j
e u
i
t
g
aat voor
d
at u
d
e motor start.