Operation Manual

7
9
Comfort
Gebruiksadviezen voor de verwarming, ventilatie en airconditioning
Als de auto lan
g
e ti
j
d in de zon heeft
g
estaan en de temperatuur in het
interieur hoo
g
is op
g
elopen, zet dan de
ru
i
ten en
ig
e t
ijd
open.
Z
or
g
ervoor
d
at
d
e aan
j
a
g
ersne
lh
e
id
vo
ld
oen
d
e
h
oo
g
i
s
i
n
g
este
ld
, zo
d
at
de lucht in het interieur goed ververst
w
o
r
d
t.
Het airconditionin
g
ss
y
steem is
c
hloorvri
j
en is niet schadeli
j
k voor de
ozonlaa
g
.
Neem voor een optimale werkin
g
van de verwarmin
g
, ventilatie en airconditionin
g
de
vol
g
ende
g
ebruiksadviezen in acht:
)
Let erop dat voor een
g
eli
j
kmati
g
e verdelin
g
van de lucht naar het interieur de
u
i
tstroomopen
i
n
g
on
d
er
d
e voorru
i
t,
d
e versc
hill
en
d
e
l
uc
h
t
k
ana
l
en, vent
il
at
i
eroosters
e
n over
ig
e u
i
tstroomopen
i
n
g
en a
l
sme
d
e
d
e vent
il
at
i
eopen
i
n
g
i
n
d
e
b
a
g
a
g
eru
i
mte vr
ij
blij
ven.
)
Let erop dat de zonnesensor op het dashboard niet wordt a
f
gedekt. Deze sensor dient
voor de re
g
elin
g
van de automatische airconditionin
g
.
)
Zet de airconditionin
g
minstens één tot twee keer per maand vi
j
f tot tien minuten aan
o
m het s
y
steem in perfecte staat te houden.
)
Controleer re
g
elmati
g
de staat van het interieurfilter en laat de filterelementen periodiek
vervan
g
en
(
zie het hoofdstuk "Controles"
)
.
Wi
j
raden u een
g
ecombineerd interieur
f
ilter aan. Dankzi
j
het toe
g
evoe
g
de speciale
act
i
eve m
idd
e
l
d
raa
g
t
h
et
bij
tot een
g
ezu
i
ver
d
e
l
uc
h
t voor
d
e
i
nz
i
tten
d
en en een
s
choon interieur
(
verminderin
g
van aller
g
ische reacties, stank en vetaansla
g)
.
)
Laat de airconditioning regelmatig controleren zoals voorgeschreven in het
o
nderhoudsboek
j
e, om het s
y
steem in per
f
ecte staat te houden.
)
Gebruik de airconditionin
g
niet als deze niet koelt en raadplee
g
het CITROËN-netwerk
o
f een
g
ekwalificeerde werkplaats.
Bi
j
een zware belastin
g
van de motor
(
trekken van een aanhan
g
er op een steile hellin
g
bi
j
e
en ho
g
e buitentemperatuur
)
kan de airconditionin
g
ti
j
deli
j
k worden uit
g
eschakeld voor een
o
pt
i
ma
l
e tre
kk
rac
h
t van
d
e motor.
Condensvormin
g
in de airconditionin
g
ka
n
e
rt
oe
l
e
i
de
n
da
t zi
c
h
ee
n kl
e
in
p
l
as
j
e water on
d
er
d
e auto vormt.
Di
t
i
s
e
en normaa
l
versc
hij
nse
l
.
Stop & Start-s
y
steem
D
e verwarm
i
n
g
en
d
e a
i
rcon
di
t
i
on
i
n
g
wer
k
en u
i
ts
l
u
i
ten
d
bij
d
raa
i
en
d
e motor.
A
ls u het thermische com
f
ort in de auto op het door u
g
ewenste niveau wilt houden,
k
unt u tijdelijk de
f
unctie
S
top
&
S
tart uitschakelen
(
zie het hoo
f
dstuk "Rijden"
)
.