Operation Manual

DS4_nl_Chap05_visibilite_ed03-2015
Lichtschakelaar
Met de lichtschakelaar kunt u de verlichting van de auto selecteren en inschakelen.
De lichtschakelaar heeft verschillende standen
om de zichtbaarheid van de auto en het zicht
van de bestuurder aan te passen aan de
omgeving:
- parkeerlicht: om gezien te worden,
- dimlicht: voor een optimaal zicht zonder
medeweggebruikers te verblinden,
- grootlicht: voor een optimaal zicht
op wegen waar het omgevingslicht
onvoldoende is.
Hoofdverlichting
Uw auto is voorzien van aanvullende verlichting
voor specifieke rijomstandigheden:
- mistachterlichten,
- mistlampen vóór met statische
bochtverlichting,
- meedraaiende koplampen voor een
optimaal zicht in bochten,
- dagrijverlichting: voor een betere
zichtbaarheid van uw auto overdag,
- follow me home- / instapverlichting voor
een beter zicht bij het in- en uitstappen,
- parkeerlichten om de zijkant van de auto te
markeren als u in het donker parkeert.
Aanvullende verlichting
U kunt bepaalde functies afzonderlijk instellen:
- automatische verlichting,
- follow me home-verlichting,
- instapverlichting,
- bochtverlichting.
Instellingen
Onder bepaalde weersomstandigheden
(lage temperatuur, vochtigheid) kan
zich een laagje condens aan de
binnenzijde van de koplampen en de
achterlichten vormen; dit verdwijnt
enkele minuten na het ontsteken van
de koplampen.
Reizen naar het buitenland
Halogeen- en xenonlampen
Wanneer u uw auto gaat gebruiken
in een land waarin het verkeer aan
de andere kant van de weg rijdt,
moet de afstelling van de dimlichten
worden gewijzigd om te voorkomen
dat tegemoetkomend verkeer wordt
verblind.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.