Operation Manual
137
Zicht
DS4_nl_Chap05_visibilite_ed03-2015
Met behulp van de ruitenwisserschakelaar kunt
u de ruitenwissers vóór en achter inschakelen
om regen en vuil van de ruit te wissen.
De ruitenwissers voor en achter zorgen
voor een optimaal zicht voor de bestuurder,
ongeacht de weersomstandigheden.
De ruitenwissers vóór bedient u met de
schakelaar A; de ring B is voor de bediening
van de achterruitenwisser.
Ruitenwisserschakelaar
Instellen
Uitvoering zonder automatisch
wissen
Afhankelijk van de uitvoering zijn de volgende
automatische functies van de ruitenwissers
mogelijk:
- automatische werking van de
ruitenwissers vóór,
- automatisch inschakelen van de
ruitenwisser achter bij het inschakelen
van de achteruitversnelling.
Uitvoering met automatische ruitenwissers
Ruitenwissers vóór
A. Selecteren van de wissnelheid: zet de
schakelaar in de gewenste stand.
Eén keer wissen (de hendel omlaag
duwen of kort naar u toe trekken en
vervolgens loslaten).
Automatisch wissen (omlaag
duwen en vervolgens loslaten).
Eén keer wissen (de hendel even
naar u toe trekken).
Wissen op hoge snelheid
(hevige neerslag).
Wissen op normale snelheid
(matige regen).
Intervalwissen (wissnelheid
afhankelijk van de rijsnelheid).
Uit.
of