Operation Manual
DS4_nl_Chap08_conduite_ed03-2015
Afzetten van de motor
Als de auto niet stilstaat, wordt de
motor niet afgezet.
Laat nooit de elektronische sleutel in
de auto achter als u de auto verlaat.
Bij het afzetten van de motor is de
rembekrachtiging niet meer actief.
F Zet de auto stil.
F Zet de selectiehendel in de stand P
of N (auto's met automatische
versnellingsbak) of de versnellingshendel
in de neutraalstand (auto's met
handgeschakelde versnellingsbak).
F Druk terwijl de elektronische
sleutel zich in de auto bevindt op
de " START/STOP "-knop.
De motor wordt afgezet en het
stuurslot wordt vergrendeld.
Noodprocedure voor het starten
Als de elektronische sleutel zich in het
detectiegebied bevindt en de motor niet start
als u op de knop "START/STOP" drukt:
F Zet bij auto's met een automatische
versnellingsbak de selectiehendel in
de stand P of N en bij auto's met een
handgeschakelde versnellingsbak de
versnellingshendel in de neutraalstand.
F Plaats de elektronische sleutel in de lezer.
(zie de rubriek" Toegang tot de auto -
Noodsleutel").
F Houd bij auto's met een automatische
versnellingsbak het rempedaal ingetrapt of
houd bij auto's met een handgeschakelde
versnellingsbak het koppelingspedaal
volledig ingetrapt.
F Druk op de knop "START/
STOP".
De motor wordt gestart.