Operation Manual

215
Rijden
DS4_nl_Chap08_conduite_ed03-2015
Storingen
Bij een storing in het systeem gaat het
verklikkerlampje in de schakelaar enkele
seconden knipperen; vervolgens gaat het uit.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Bij slechte weersomstandigheden
(zware regen, hagel enz.) kan het
systeem tijdelijk minder nauwkeurig
werken.
Vooral het rijden op een nat wegdek
of van een droog wegdek op een nat
wegdek terechtkomen kan tot een
vals alarm leiden (zo kan een wolk
waterdruppels in de dode hoek worden
aangezien voor een voertuig).
Let er bij slecht weer en in de winter
altijd op dat de sensoren niet met
modder, sneeuw of ijs bedekt zijn.
Plak geen stickers of andere zaken op
het gedeelte onder de buitenspiegels
waar de waarschuwingslampjes zitten,
omdat de de dodehoekbewaking dan
mogelijk niet goed werkt. Dit geldt ook
voor de detectiezones op de voor- en
achterbumper.
F Om deze functie uit te schakelen
drukt u nog een keer op de knop: het
verklikkerlampje gaat uit.
Bij het afzetten van het contact wordt de status
van het systeem opgeslagen.
De dodehoekbewaking wordt
automatisch uitgeschakeld als u een
aanhanger trekt met een door het
CITROËN-netwerk gehomologeeerde
trekhaak.