Operation Manual

DS4_nl_Chap09_info-pratiques_ed03-2015
F Plaats het voetstuk van de krik 2 op de
grond, recht onder een van de twee
steunpunten aan de voorzijde A of
achterzijde B. Gebruik het steunpunt dat
zich het dichtste bij het te verwisselen wiel
bevindt.
F Verwijder de wielbouten en leg ze op een
schone plaats weg.
F Verwijder het wiel.
Zorg ervoor dat de krik stevig staat. Op een gladde of zachte ondergrond kan de krik wegschuiven of wegzakken - Kans op letsel!
Plaats de krik uitsluitend onder een steunpunt A of B onder de auto, en controleer of de kop van de krik goed tegen het midden van het
contactvlak van het steunpunt drukt. Anders kan de auto beschadigd raken en/of de krik wegzakken - Kans op letsel!
F Draai de krik 2 uit tot de kop het gebruikte
steunpunt A of B raakt; het contactvlak
van het steunpunt A of B moet goed in
het middelste deel van de kop van de krik
vallen.
F Krik de auto op tot er voldoende ruimte
tussen het wiel en de grond is om het (niet
lekke) reservewiel te monteren.