Operation Manual
DS4_nl_Chap09_info-pratiques_ed03-2015
Lamp van richtingaanwijzer
vervangen
De amberkleurige lampen, zoals die
van de richtingaanwijzers, moeten
worden vervangen door lampen met
dezelfde kleur en specificaties.
Wanneer het controlelampje van de
richtingaanwijzer (rechts of links) met
een hogere frequentie dan normaal
knippert, duidt dit op een defecte lamp
aan de desbetreffende zijde.
Uitvoering met halogeenlampen (type 2) en
uitvoering met xenonlampen
Raadpleeg voor het vervangen van dit type
LED-lampen het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Uitvoering met halogeenlampen (type 1)
F Draai de lamphouder een kwart
omwenteling en verwijder deze.
F Trek de lamp uit de lamphouder en vervang
de lamp.
Verricht voor het monteren van de lampen de
genoemde handelingen in de omgekeerde
volgorde.
Toegang tot de lampen
Afhankelijk van de motoruitvoering moet u
aan de linkerkant de volgende handelingen
uitvoeren om bij de afdekkappen van de
lampen te komen.
F Maak de drie bevestigingspunten van de
luchtgeleider los en verwijder de geleider.
F Maak de beide bevestigingen van de
motorkapkabel los.
F Duw de kabel naar beneden.
Vergeet niet om na het vervangen van de
lamp alle onderdelen weer te monteren
(motorkapkabel en luchtgeleider).