Operation Manual

DS4_nl_Chap09_info-pratiques_ed03-2015
Een aantal functies is niet beschikbaar
als de laadtoestand van de accu
onvoldoende is.
Bescherm uw ogen en gezicht voordat
u handelingen aan de accu uitvoert.
Voer ingrepen aan de accu uitsluitend
uit in een goed geventileerde
ruimte, ver van open vuur of vonken
veroorzakende bronnen, om elk risico
van brand- of explosiegevaar uit te
sluiten.
Probeer niet een bevroren accu
op te laden: de accu moet eerst
worden ontdooid om explosiegevaar
uit te sluiten. Als de accu bevroren
is geweest, laat deze dan eerst
controleren, voordat u hem laat
opladen door het CITROËN-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Zij controleren of de inwendige
componenten zijn beschadigd en of de
behuizing scheuren vertoont, waardoor
giftige en corrosie-veroorzakende
accuzuren zouden kunnen weglekken.
Keer de polariteiten niet om en gebruik
uitluitend een 12-volt accu.
Maak de accupoolklemmen niet los bij
draaiende motor.
Laad de accu niet op zonder de
accupoolklemmen los te nemen.
Was uw handen als de
werkzaamheden beëindigd zijn.
Het is raadzaam de accu los te
koppelen als uw auto langer dan een
maand buiten gebruik is.
Accu's bevatten schadelijke stoffen,
zoals zwavelzuur en lood. Accu's moeten
volgens de wettelijke voorschriften
worden afgevoerd en mogen in geen
geval bij het huisvuil terechtkomen.
Lever lege batterijen en accu's in bij
een speciaal afvalstoffendepot.
Het aanduwen om de motor te starten
is bij een auto met een automatische
transmissie niet toegestaan.