Operation Manual
Motorkap
Openen
F Open het linker voorportier.
F Trek de hendel A onder in de
portiersponning naar u toe.
F Duw de veiligheidshaak B naar links en til
de motorkap op.
F Neem de motorkapsteun C uit de houder
op de onderzijde van de motorkap.
F Bevestig de motorkapsteun in de uitsparing
om de motorkap geopend te houden.
De plaats van de ontgrendelingshendel
in het interieur zorgt ervoor dat de
motorkap niet geopend kan worden als
het linker voorportier is gesloten.
Open de motorkap niet als het hard
waait.
Wees bij warme motor voorzichtig
met het bedienen van de
veiligheidshaak en de motorkapsteun
(kans op brandwonden).
Schakel het Stop & Start-systeem
altijd uit als u handelingen onder de
motorkap wilt uitvoeren, om letsel
door het automatisch activeren van de
START-stand te voorkomen.
Sluiten
F Haal de motorkapsteun uit de uitsparing.
F Bevestig de motorkapsteun in de houder
op de onderzijde van de motorkap.
F Laat de motorkap voorzichtig zakken en
laat deze aan het einde van de slag in het
slot vallen.
F Trek aan de motorkap om te controleren of
deze goed is vergrendeld.
De koelventilator kan ook nog gaan draaien
nadat de motor is afgezet: houd daarom
voorwerpen en kleding uit de buurt van de
ventilator.
In verband met de aanwezigheid
van elektrische uitrustingen in de
motorruimte wordt geadviseerd
om blootstelling aan water (regen,
wassen, ...) te beperken.