Operation Manual

DS4_nl_Chap01_controle-de-marche_ed03-2015
Controlelampje brandt Oorzaak Acties / Opmerkingen
Richtingaanwijzer
links
knippert, met
geluidssignaal.
Als u de lichtschakelaar omlaag
beweegt.
Richtingaanwijzer
rechts
knippert, met
geluidssignaal.
Als u de lichtschakelaar omhoog
beweegt.
Parkeerlichten permanent. De lichtschakelaar staat in de stand
"Parkeerlichten".
Dimlicht permanent. De lichtschakelaar staat in de stand
"Dimlicht" of in de stand "AUTO"
(bij weinig buitenlicht).
Grootlicht permanent. Als u de lichtschakelaar naar u toe
trekt.
Trek nogmaals aan de lichtschakelaar om terug te
schakelen naar dimlicht.
Mistlampen vóór permanent. De mistlampen vóór zijn ingeschakeld
met de ring van de lichtschakelaar.
Draai de ring van de lichtschakelaar twee standen naar
achteren om de mistlampen vóór uit te schakelen.
Mistachterlichten permanent. De mistachterlichten zijn
ingeschakeld.
Draai de ring naar achteren om de mistachterlichten uit
te schakelen.
Alarmknipperlichten
knippert, met
geluidssignaal.
De schakelaar voor de
alarmknipperlichten op het dashboard
is ingedrukt.
De richtingaanwijzers links en rechts en de
bijbehorende verklikkerlampjes knipperen tegelijkertijd.
Controlelampjes ingeschakelde functies
De volgende controlelampjes geven aan dat de desbetreffende functie is ingeschakeld.
Het lampje kan branden in combinatie met een geluidssignaal en een melding op het display.