Operation Manual
371
Audio en telematica
DS4_nl_Chap12c_SMEGplus_ed03-2015
Om veiligheidsredenen is het gebruik
van een smartphone tijdens het
rijden verboden. Het gebruik van
de smartphone vraagt namelijk veel
aandacht van de bestuurder.
De handelingen moeten dan ook bij
stilstaande auto worden uitgevoerd.
Door de smartphone met het systeem
te synchroniseren kunnen apps van
de smartphone op het scherm van de
auto worden weergegeven. Deze apps
moeten compatibel zijn met de
CarPlay
®
-technologie.
Werkingsprincipes en normen
zijn permanent aan verandering
onderhevig; het is daarom raadzaam
het besturingssysteem van uw
smartphone up to date te houden.
Ga naar de landelijke internetsite van
het merk van uw auto om te zien welke
smartphones compatibel zijn.
Sluit de USB-kabel aan. De
smartphone wordt opgeladen als hij
is verbonden met de USB-kabel.
Sluit de USB-kabel aan. De smartphone
bevindt zich in de laadmodus als hij via
de USB-kabel is verbonden.
Druk op Telefoon om de
CarPlay
®
-interface weer te geven.
Druk op "CarPlay" om de
CarPlay
®-
interface weer te geven.
CarPlay
®
-verbinding voor
smartphones
Druk op het uiteinde van de lichtschakelaar
om de spraakherkenningsfunctie van uw
smartphone via het systeem te activeren.
Spraakherkenning
Om veiligheidsredenen zijn bepaalde
apps alleen te gebruiken als de auto
stilstaat. Zodra de auto gaat rijden,
wordt de weergave ervan onderbroken.
Tijdens de procedure worden één of meerdere
schermen weergegeven waarin u wordt gevraagd
de koppeling met bepaalde functionaliteiten voor
de verbinding te accepteren.
Druk op "Internetdiensten" op
het scherm van het systeem om de
hoofdpagina weer te geven.
Of