Operation Manual

41
Controle tijdens het rijden
DS4_nl_Chap01_controle-de-marche_ed03-2015
Lichtsterkteregeling
U kunt de lichtsterkte van de
dashboardverlichting handmatig aanpassen
aan het licht van de omgeving. De
lichtsterkteregeling werkt alleen als de
verlichting van de auto is ingeschakeld, in de
nachtstand.
Actief
F Druk op deze knop om de lichtsterkte te
veranderen.
F Laat deze knop los als de verlichting de zwakste
stand heeft bereikt en druk de knop opnieuw in
om de verlichting weer feller te maken.
of
F Laat deze knop los als de verlichting de
sterkste stand heeft bereikt en druk de
knop opnieuw in om de verlichting weer
zwakker te maken.
F Laat deze knop los zodra de gewenste
lichtsterkte is bereikt.
Het verklikkerlampje en het
lichtsterkteniveau worden tijdens
het instellen in het midden
op het instrumentenpaneel
aangegeven; er zijn 16 verschillende
lichtsterkteniveaus beschikbaar.
Uitgeschakeld
De lichtsterkteregeling werkt niet als de
verlichting van de auto uitgeschakeld is of in de
dagstand staat (dagrijverlichting ingeschakeld).