Operation Manual

DS4_nl_Chap02_ouvertures_ed03-2015
Achterklep
Afhankelijk van de configuratie worden alle
portieren of alleen de achterklep ontgrendeld.
Selectieve ontgrendeling
Standaard is de volledige ontgrendeling
geactiveerd.
Deze instelling kan worden uitgevoerd via het
menu's "Rijden" en vervolgens "Configuratie
auto" en "Toegang auto".
Als de ontgrendeling van alleen de achterklep
is geactiveerd:
F Druk, terwijl de elektronische sleutel zich in
de detectiezone A bevindt, op de knop voor
het openen van de achterklep om alleen
de achterklep te ontgrendelen en open
vervolgens de achterklep.
Druk op deze toets om aanvullende
informatie weer te geven.
F Trek de achterklep omlaag met behulp van
een van de handgrepen aan de binnenzijde.
SluitenOpenen
Volledige ontgrendeling
F Druk na het ontgrendelen van alle portieren
of de achterklep of terwijl de elektronische
sleutel van het keyless entry and start-
systeem zich in het detectiegebied A
bevindt op de schakelaar voor het openen
van de achterklep en open vervolgens de
achterklep.
Als de achterklep niet goed is gesloten:
- gaat bij draaiende motor of
tijdens het rijden (snelheid
lager dan 10 km/h), dit
verklikkerlampje branden en
wordt gedurende enkele seonden
een waarschuwingsmelding
weergegeven.
- klinkt tijdens het rijden, als de snelheid
hoger is dan 10 km/h, ook nog een
geluidssignaal gedurende enkele
seconden.
Het ontgrendelen wordt gesignaleerd door het
gedurende enkele seconden snel knipperen
van de richtingaanwijzers.