Operation Manual

DS5_nl_Chap08_info-pratiques_ed02-2015
Demonteren van het wiel
Stilzetten van de auto
Zet de auto op een plaats waar het
verkeer niet gehinderd wordt en zorg
ervoor dat de auto op een horizontale,
stabiele en stroeve ondergrond staat.
Trek de parkeerrem aan (tenzij deze
geprogrammeerd is in de automatische
stand), zet het contact af en schakel de
eerste versnelling* in om de wielen te
blokkeren.
Controleer of het verklikkerlampje
remsysteem en het controlelampje P op
de parkeerremhendel branden.
Plaats indien nodig een wielblok tegen het
wiel tegenover het te verwisselen wiel.
Controleer of de inzittenden de auto
hebben verlaten en zich op een veilige
plaats bevinden.
Werkwijze
F Verwijder de beschermdop van de wielbouten met het gereedschap 3 (volgens uitvoering) of
verwijder de naafdop met behulp van gereedschap 4.
F Bevestig de dop 5 op de wielsleutel 1 en draai de slotbout een omwenteling los (volgens
uitvoering).
F Draai de overige wielbouten niet meer dan een kwartslag los met alleen de wielsleutel 1.
* Stand P van de automatische transmissie.
Ga nooit onder een auto liggen die
alleen op de krik steunt; gebruik een
bok.