Operation Manual
1
5
1
Zicht
Automatische schakelin
g
g
rootlicht/dimlicht
Inschakelen
Dit s
y
steem schakelt automatisch om
tussen dim- en
g
rootlicht, afhankeli
j
k van
de omstandi
g
heden en de aanwezi
g
heid
van overi
g
verkeer op de we
g
dat wordt
g
ere
g
istreerd door een camera op de
bi
nnensp
i
e
g
e
l
.
)
Zet de ring van de
li
c
ht
sc
h
a
k
e
l
aa
r in
de
s
t
a
n
d
"AUT
O
".
A
ct
i
veren
H
et automat
i
sc
h
e omsc
h
a
k
e
l
s
y
steem
i
s een
h
u
l
ps
y
steem
bij
h
et r
ijd
en.
D
e
b
estuur
d
er
bli
jf
t zel
f
verantwoordeli
j
k voor de verlichtin
g
van z
ij
n auto, voor
d
e aanpass
i
n
g
van
de verlichting aan de lichtsterkte van de
om
g
evin
g
, het zicht en het verkeer en voor
h
et naleven van de verkeersre
g
els.
)
Geef een lichtsi
g
naal
(
bewee
g
de lichtschakelaar
tot voorbi
j
het zware punt
)
z
o
d
at wor
d
t om
g
esc
h
a
k
e
ld
tussen
di
m
li
c
h
t en
g
root
li
c
h
t.
H
et contro
l
e
l
amp
j
e op
h
et
instrumentenpaneel gaat
b
r
a
n
de
n
o
m h
e
t
ac
tiv
e
r
e
n t
e
bevesti
g
en.
)
D
ru
k
op
d
e toets;
h
et
l
amp
j
e van
d
e toets
g
aat
b
ran
d
en.
Uitschakelen
)
Druk op de toets; het lamp
j
e van
de toets
g
aat uit. De status van
de koplampen bli
j
ft onveranderd.
Onderbreken
De bestuurder kan indien nodi
g
op elk moment
zelf de verlichtin
g
omschakelen:
)
Geef een lichtsi
g
naal
(
bewee
g
de lichtschakelaar
tot voorbi
j
het zware punt
)
om
h
et s
y
steem t
ijd
e
lijk
u
i
t
te schakelen, zodat wordt
om
g
eschakeld naar dimlicht
.
)
Geef opnieuw een
l
ichtsi
g
naal om het
s
y
s
t
eem weer
t
e
ac
tiv
e
r
e
n.
Het s
y
steem wordt
g
eactiveerd vana
f
2
5
km
/
h.
Als de snelheid la
g
er dan 15 km
/
h
wor
d
t, sc
h
a
k
e
l
t
h
et s
y
steem om naa
r
di
m
lich
t.