Operation Manual
Het branden van een controlelamp
j
e
g
ee
f
t aan o
f
de bi
j
behorende
f
unctie is in- o
f
uit
g
eschakeld.
Schakelaars
O
penen van de brandstoftankklep.
Op
enen van de achterkle
p
.
89
8
3
Uitschakelen van het inbraakalarm.
8
2
El
e
ktri
sc
h
bed
i
e
n
de
h
a
n
d
r
e
m
g
eactiveerd.
1
20
Ke
y
less starten en afzetten van de motor.
31, 3
5
Geforceerd starten van de dieselmotor.
43
Uitschakelen parkeerhulp.
1
42
El
e
k
tr
i
sc
h
e
ki
n
d
er
b
eve
iligi
n
g
.
1
75
Uitschakelen van het
C
D
S/
A
S
R-s
y
steem.
183
I
n
schakele
n v
a
n
de
Au
t
o
m
a
t
ische
schakeling grootlicht
/
dimlicht.
1
5
1
13
3
Inschakelen van het Lane Departure
Warnin
g
S
y
stem.
8
1
Ver
g
rendelen
/
ont
g
rendelen van het
int
e
ri
eu
r.