Operation Manual
Bandenspanningscontrolesysteem
Di
t s
y
steem contro
l
eert automat
i
sc
h
d
e
b
an
d
enspann
i
n
g
t
ijd
ens
h
et r
ijd
en.
Elk ventiel is voorzien van een sensor, die
e
en waarschuwin
g
ssi
g
naal uitzendt als de
bandenspannin
g
te laa
g
is
(
snelheid ho
g
er dan
20 km/h
)
.
H
e
t r
ese
rv
e
wi
e
l i
s
ni
e
t v
oo
rzi
e
n v
a
n
ee
n
se
n
so
r.
Alle reparaties aan een wiel dat met dit
sy
steem is uit
g
erust en het vervan
g
en
v
a
n
ee
n
ba
n
d
m
oe
t
e
n w
o
r
de
n
uit
g
evoerd door het CITROËN-netwerk
of
door een
g
ekwali
f
iceerde werkplaats.
W
anneer
bij
h
et verw
i
sse
l
en een w
i
e
l
i
s
g
emonteer
d
d
at n
i
et
d
oor uw auto wor
d
t
gedetecteerd
(
voorbeeld: montage van
winterbanden
)
, dient het s
y
steem door
het CITROËN-netwerk of door een
g
ekwalificeerde werkplaats opnieuw
g
e
ï
nitialiseerd te worden.
D
eze me
ldi
n
g
wor
d
t oo
k
weer
g
e
g
even
a
ls
éé
n van de wielen niet o
p
de auto
a
anwezig is
(
bij reparatie
)
o
f
als er één
o
f
meerdere wielen zonder sensor op
de auto worden
g
emonteerd.
Het bandenspannin
g
scontroles
y
steem is niet
meer dan een hulpmiddel, het
g
een inhoudt dat
de waakzaamheid en verantwoordeli
j
kheid van
de bestuurder niet door het s
y
steem kunnen
worden vervan
g
en.
O
ndanks dit s
y
steem moet de
bandenspanning
(
zie de paragraa
f
"Identi
f
icatie"
)
no
g
re
g
elmati
g
worden
g
econtroleerd. De bandenspannin
g
heeft een belan
g
ri
j
ke invloed op het
we
gg
edra
g
van de auto en de sli
j
ta
g
e
van de banden
,
vooral onder zware
ri
j
omstandi
g
heden
(
zware ladin
g
, ho
g
e
ri
j
snelheden
)
.
D
e
b
an
d
enspann
i
n
g
di
ent m
i
n
i
maa
l
éé
n keer per maand gecontroleerd
te worden, bi
j
koude banden. Denk
e
raan ook de bandenspannin
g
van het
r
ese
rv
e
wi
e
l t
e
co
ntr
o
l
e
r
e
n.
Het bandenspannin
g
scontroles
y
steem
k
an ti
j
deli
j
k worden verstoord
door radio
g
olven in hetzel
f
de
f
requentie
g
ebied.
Er wordt een meldin
g
op het displa
y
van
h
et instrumentenpaneel weer
g
e
g
even, in
c
ombinatie met een
g
eluidssi
g
naal, om aan te
g
even welke band
(
en
)
het betre
f
t.
Te la
g
e bandenspannin
g
Di
t ver
klikk
er
l
amp
j
e en
het verklikkerlamp
j
e
STOP
g
aan branden in
c
ombinatie met een
g
eluidssi
g
naal en een meldin
g
op het displa
y
van het instrumentenpaneel die
aangee
f
t welke band
(
en
)
het betre
f
t.
)
S
top onmiddelli
j
k, maar vermi
j
d abrupte
m
a
n
oeu
vr
es
m
e
t
he
t
s
t
uu
r
e
n
de
r
e
mm
e
n.
)
Vervan
g
de beschadi
g
de band
(
lekke band
o
f veel te la
g
e bandenspannin
g)
en laat de
bandenspannin
g
zo snel mo
g
eli
j
k controleren.
Le
kk
e
b
an
d
Er wordt een meldin
g
op het displa
y
van
h
et
i
nstrumentenpanee
l
weer
g
e
g
even,
i
n
c
ombinatie met een
g
eluidssi
g
naal, om aan te
geven van welk
(
e
)
wiel
(
en
)
de bandenspanning
niet meer
g
econtroleerd wordt of om aan te
g
even dat er een storin
g
in het s
y
steem zit.
Raadplee
g
het CITRO
Ë
N-netwerk of een
g
ekwalificeerde werkplaats om de defecte
sensor
(
en
)
te vervan
g
en.
Sensor
(
en
)
niet
g
edetecteerd of defect
)
Controleer zo snel mo
g
eli
j
k de
bandenspannin
g
.
Dit dient te worden uit
g
evoerd bi
j
koude banden.