Operation Manual
Veiligheid voor de inzittenden
1.
O
pen het dashboardkast
j
e.
2.
Steek de sleutel
(g
eïnte
g
reerd in de
elektronische sleutel
)
in de schakelaar.
3.
S
electeer de stand:
"ON"
(
inschakelen
)
wanneer een passa
g
ie
r
op de voorstoel zit o
f
een kinderzit
j
e voor
vervoer met het gezicht in de rijrichting is
bevesti
g
d,
"OFF"
(
uitschakelen
)
wanneer een
k
inderzit
j
e voor vervoer met de ru
g
in de
r
i
j
richtin
g
is bevesti
g
d.
4.
Verwi
j
der de sleutel zonder de stand van de
schakelaa
r t
e
v
e
r
a
n
de
r
e
n.
A
irba
g
voorpassa
g
ier
188
V
eili
g
heids
g
ordels voor en
a
irba
g
vóór aan passa
g
ierszi
j
de
A
.
Controlelamp
j
e veili
g
heids
g
ordel
l
ink
s
v
oo
r.
B.
C
ontrolelamp
j
e veili
g
heids
g
ordel
r
ech
t
s
v
oo
r.
C.
C
ontrolelamp
j
e veili
g
heids
g
ordel rechts
ac
ht
e
r.
D.
C
ontrolelamp
j
e veili
g
heids
g
ordel midden
ac
ht
e
r.
1
8
5
E.
Controlelamp
j
e veili
g
heids
g
ordel links
ac
ht
e
r.
F.
C
ontrolelamp
j
e airba
g
vóór aan
p
assa
gi
ersz
ijd
e u
i
t
g
esc
h
a
k
e
ld
.
G.
C
ontrolelamp
j
e airba
g
vóór aan
p
assagierszijde ingeschakeld.