Operation Manual
V
erklikkerlamp
j
es in
g
eschakelde functies
De vol
g
ende verklikkerlamp
j
es op het instrumentenpaneel en
/
o
f
op het displa
y
van het instrumentenpaneel
g
even aan dat de desbetre
ff
ende
f
unctie is in
g
eschakeld.
Controlelamp
je
Statu
s
O
orzaa
k
A
cties / Opmerkin
g
en
R
ichtingaanwijzer
l
inks
kni
pp
ert, met
g
eluidssi
g
naal.
Als u de lichtschakelaar omlaag
bewee
g
t.
R
ichtin
g
aanwi
j
zer
r
ec
h
ts
knippert, met
g
e
l
u
id
ss
ig
naa
l
.
Als u de lichtschakelaar omhoo
g
b
ewee
g
t.
P
ar
k
eer
li
c
h
ten permanent.
De
lich
t
schakelaa
r
s
t
aa
t
i
n
de
s
t
a
n
d
"Pa
r
kee
r
lich
t
e
n
"
.
D
imlich
t
permanen
t
.D
e
li
c
ht
sc
h
a
k
e
l
aa
r
s
t
aa
t in
de
s
t
a
n
d
"Dimli
c
ht".
G
rootlich
t
p
ermanent. Al
s
u
de
li
c
ht
sc
h
a
k
e
l
aa
r n
aa
r
u
t
oe
tr
e
kt.
Trek aan de lichtschakelaar om terug te schakelen
naa
r
d
imli
c
ht.
M
istlam
p
en vóór
p
ermanent. De mistlampen v
óó
r zi
j
n
in
g
eschakeld.
Draai de rin
g
twee standen naar achteren om de
m
istlampen vóór uit te schakelen.
Raadplee
g
voor meer in
f
ormatie over de lichtschakelaar het hoo
f
dstuk "Zicht".
A
utomat
i
sc
h
e
sc
h
a
k
e
li
n
g
g
rootlicht
/
dimlich
t
permanent.
U
h
e
b
t
d
e
li
c
h
tsc
h
a
k
e
l
aar naar u toe
g
etrokken en de toets
(
links van het
s
tuurwiel
)
is in
g
edrukt.
Het controlelampje van de toets
b
r
a
n
d
t.
De camera op de binnenspie
g
el
g
ee
f
t al o
f
niet
toestemm
i
n
g
voor
h
et oversc
h
a
k
e
l
en van
h
et
g
root
li
c
h
t
n
aar het dimlicht, afhankeli
j
k van de buitenverlichtin
g
e
n
de
v
e
rk
ee
r
ss
it
ua
ti
e
.
Tr
e
k
de
li
c
ht
sc
h
a
k
e
l
aa
r n
aa
r
u
t
oe
o
m h
e
t
d
imli
c
ht
w
ee
r in t
e
sc
h
a
k
e
l
e
n.
R
ead
y
(g
ereed
)
permanen
t
. De auto is ri
j
klaar en u kunt het
g
aspedaal intrappen.
Het verklikkerlamp
j
e brandt als de hoo
g
spannin
g
is
in
g
eschakeld.