Operation Manual
DS5_nl_Chap04_conduite_ed01-2015
Schakelindicator*
Dit systeem geeft aan welke versnelling moet worden ingeschakeld om het brandstofverbruik te reduceren.
De informatie wordt in de vorm van een pijl op
het instrumentenpaneel weergegeven.
Voorbeeld:
- U rijdt in de derde versnelling.
- U trapt het gaspedaal in.
- Het systeem kan u in dit geval adviseren
een hogere versnelling in te schakelen.
Bij auto's met handgeschakelde
versnellingsbak kan naast de pijl ook
de geadviseerde versnelling worden
weergegeven.
Het systeem past het schakeladvies
aan de rijomstandigheden (helling,
belading van de auto, ...) en de rijstijl van
de bestuurder (veel vermogen nodig,
accelereren, remmen, ...) aan.
Het systeem zal u nooit adviseren om:
- de eerste versnelling in te schakelen,
- de achteruitversnelling in te schakelen.
Bij een elektronisch gestuurde of automatische
versnellingsbak is dit systeem uitsluitend actief
in de handgeschakelde stand.
Werking
* Volgens motoruitvoering.
Afhankelijk van de rijomstandigheden en de
uitrusting van uw auto kan het systeem u adviseren
één of meer versnellingen op te schakelen.
U kunt deze aanwijzingen opvolgen zonder
de tussenliggende versnellingen in te hoeven
schakelen.
Het is niet verplicht om de aanbevolen versnellingen
ook daadwerkelijk in te schakelen. De keuze van
de optimale versnelling hangt namelijk altijd af van
de situatie op de weg, de verkeersdrukte en de
veiligheid. De bestuurder blijft derhalve altijd zelf
verantwoordelijk voor het al dan niet opvolgen van
een schakeladvies van het systeem.
De functie kan niet worden uitgeschakeld.
Bij de dieseluitvoeringen BlueHDi 135 en 150 met
handgeschakelde versnellingsbak kan het systeem
u onder bepaalde rijomstandigheden verzoeken
om de versnellingsbak in de neutraalstand te
zetten, om het tijdelijk afzetten van de motor
mogelijk te maken (STOP-stand van het Stop &
Start-systeem). In dat geval wordt de letter N
weergegeven op het instrumentenpaneel.