Operation Manual

209
Praktische informatie
DS5_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2015
F Plaats de voet van de krik 2 op de grond,
loodrecht onder een van de twee steunpunten
aan de voorzijde A of achterzijde B. Gebruik
het steunpunt dat zich het dichtste bij het te
verwisselen wiel bevindt.
F Krik de auto op tot er voldoende ruimte
tussen het wiel en de grond is om het (niet
lekke) reservewiel te monteren.
F Verwijder de wielbouten en leg ze op een
schone plaats weg.
F Verwijder het wiel.
F Draai de krik 2 uit tot de kop van de krik
het gebruikte steunpunt A of B raakt. Het
middelste deel van de kop moet goed in het
steunpunt A of B steken.
Zorg ervoor dat de krik stabiel staat. Op een gladde of zachte ondergrond kan de krik
wegschuiven of wegzakken - Kans op letsel!
Plaats de krik uitsluitend onder de steunpunten A of B onder de auto en zorg ervoor dat de
kop van de krik goed tegen het midden van het steunpunt drukt. Zo niet, dan kan de auto
beschadigd raken en/of de krik wegzakken - Kans op letsel!