Operation Manual

247
Onderhoud
DS5_nl_Chap09_verifications_ed01-2015
Bij auto's met HDi-motor is het in het geval van
een lege brandstoftank noodzakelijk om het
brandstofsysteem te ontluchten: raadpleeg de
afbeelding van de desbetreffende motorruimte.
Brandstoftank leeg (diesel)
Als de tank van uw auto is voorzien van
een tankbeveiliging, raadpleeg dan de
rubriek "Tankbeveiliging (diesel)".
F Vul de brandstoftank met minimaal 5 liter
diesel.
F Open de motorkap.
F Maak indien nodig de sierkap los om de
handopvoerpomp te kunnen bereiken.
F Bedien de handopvoerpomp totdat er
weerstand wordt gevoeld (de eerste keer
indrukken kan zwaar zijn).
F Bedien de startmotor tot de motor aanslaat
(als de motor niet gelijk aanslaat, wacht
dan ongeveer 15 seconden en start de
motor opnieuw).
F Als de motor na meerdere pogingen niet
aanslaat, bedien dan de handopvoerpomp
en vervolgens de startmotor opnieuw.
F Plaats de sierkap terug en klem deze vast.
F Sluit de motorkap.
1.6 HDi-motor
F Vul de brandstoftank met minimaal 5 liter
diesel.
F Open de motorkap.
F Verwijder indien nodig de afdekkap van de
motor voor toegang tot de opvoerpomp.
F Draai de ontluchtingsnippel los.
F Bedien de handopvoerpomp tot u brandstof
door de transparante slang ziet stromen.
F Draai de ontluchtingsnippel vast.
F Bedien de startmotor tot de motor aanslaat
(als de motor bij de eerste poging niet
aanslaat, wacht dan vijftien seconden
alvorens opnieuw te starten).
F Als de motor na enkele pogingen niet
aanslaat, bedien dan de handopvoerpomp
en vervolgens de startmotor opnieuw.
F Breng de afdekkap van de motor aan en
controleer vervolgens of deze goed vastzit.
F Sluit de motorkap.
2.0 HDi-motor
Als de motor niet direct aanslaat,
beƫindig dan uw startpoging en herhaal
de procedure.
BlueHDi-motoren
F Vul de brandstoftank met minimaal 5 liter
diesel.
F Zet het contact aan (zonder de motor te
starten).
F Wacht ongeveer 6 seconden en zet het
contact af.
F Herhaal de handelingen 10 keer.
F Bedien de startmotor om de motor te
starten.