Operation Manual

Table Of Contents
98
Ergonomie en comfort
C4-Picasso-II_nl_Chap03_ergonomie-confort_ed01-2016
Met deze toetsen kan de lucht over het
interieur worden verdeeld door meerdere
uitstroomopeningen te combineren.
Regeling luchtverdeling
Voorruit.
Voeten van de inzittenden.
Middelste ventilatieroosters en
zijventilatieroosters.
De luchtstroom kan met meerdere toetsen
worden aangepast: als het lampje van de toets
brandt, stroomt er lucht in de aangegeven
richting; als het lampje van de toets uit is,
stroomt er geen lucht in de aangegeven
richting.
In de stand AUTO zijn de lampjes van de drie
toetsen gedoofd.
Uitschakelen
Inschakelen
Airconditioning AAN/UIT
De airconditioning functioneert, als de ruiten
gesloten zijn, optimaal in elk seizoen.
Dit systeem maakt het mogelijk om:
- in de zomer de temperatuur in het interieur
te verlagen,
- in de winter, bij temperaturen hoger dan
3°C, de ruiten sneller te ontwasemen.
Gebruik de luchtrecirculatie alleen
als dit echt nodig is (kans op beslaan
van de ruiten en vermindering van de
luchtkwaliteit).
Als het lampje gedoofd is, is de toevoer van
buitenlucht ingeschakeld.
Als het lampje brandt, is de luchtrecirculatie
ingeschakeld en is de toevoer van buitenlucht
afgesloten.
F Druk deze toets in om de lucht in
het interieur te laten recirculeren
of om de toevoer van buitenlucht
in te schakelen.
De toevoer van buitenlucht voorkomt dat de
voorruit en zijruiten beslagen raken.
De luchtrecirculatie dient om de toevoer van
buitenlucht bij stank en stofoverlast af te
sluiten.
Deze functie kan ook worden gebruikt om het
interieur sneller te verwarmen of af te koelen.
Toevoer van buitenlucht/
luchtrecirculatie
F Druk nogmaals op deze toets om
het airconditioningssysteem uit te
schakelen.
Als het lampje gedoofd is, is de airconditioning
uitgeschakeld.
F Druk op deze toets om het
airconditioningssysteem in te
schakelen.
Als het lampje brandt, is de airconditioning
ingeschakeld.
De airconditioning werkt niet als de regeling
voor de luchtopbrengst is uitgeschakeld.