Operation Manual

Table Of Contents
135
4
Rijden
C4-Picasso-II_nl_Chap04_conduite_ed01-2016
Noodremfunctie
Wanneer het rempedaal niet werkt of bij
uitzonderlijke situaties (bijv. wanneer de
bestuurder onwel wordt), kan de auto worden
afgeremd door aan de hendel te trekken en
deze vast te houden. De auto wordt afgeremd
zolang aan de hendel wordt getrokken en het
remmen stopt als de hendel wordt losgelaten.
De systemen ABS en CDS zorgen ervoor
dat de auto stabiel blijft wanneer de
noodremfunctie actief is.
In geval van een storing aan het systeem
van de noodremfunctie verschijnt de melding
"Parkeerrem defect".
Bij een storing aan de systemen ABS en
CDS, aangegeven door het branden van
een van de twee verklikkerlampjes op het
instrumentenpaneel, kan de stabiliteit van de
auto niet meer worden gegarandeerd.
In dat geval moet de bestuurder er zelf
voor zorgen dat de auto stabiel blijft door
afwisselend aan de hendel te trekken en deze
weer los te laten tot de auto stilstaat.
De noodremfunctie mag uitsluitend in
uitzonderlijke gevallen worden gebruikt.
Herhaal deze procedure om de automatische
werking weer in te schakelen.
Het inschakelen van de automatische werking
wordt bevestigd door het doven van het
verklikkerlampje op het instrumentenpaneel.
Uitschakelen van de automatische werking
Onder bepaalde omstandigheden, zoals
bij zeer koud weer of het trekken van een
aanhangwagen (bijv. caravan) of het slepen van
een auto, kan het nodig zijn de automatische
werking van het systeem uit te schakelen.
F Start de motor.
F Trek met de hendel de parkeerrem aan als
deze is vrijgezet.
F Laat het rempedaal volledig los.
F Houd de hendel 10 tot 15 seconden in de
stand voor het vrijzetten.
F Laat de hendel los.
F Trap het rempedaal in en houd dit
ingetrapt.
F Houd de hendel gedurende 2 seconden in
de stand voor het aantrekken.
Het uitschakelen van de automatische
werking wordt bevestigd door het
branden van dit verklikkerlampje op
het instrumentenpaneel.
F Laat de hendel en het rempedaal los.
Vanaf dat moment kan de parkeerrem alleen
handmatig met behulp van de hendel worden
aangetrokken en vrijgezet.