Operation Manual

Table Of Contents
161
4
Rijden
C4-Picasso-II_nl_Chap04_conduite_ed01-2016
De adaptieve snelheidsregelaar moet
handmatig worden ingeschakeld: daarbij moet
de wagensnelheid tussen 40 km/h en 150 km/h
liggen en:
- minimaal de vierde versnelling zijn
ingeschakeld bij een handgeschakelde
versnellingsbak,
- in de handbediende stand van de
automatische transmissie de tweede
versnelling zijn ingeschakeld,
- of de stand stand D bij een automatische
transmissie zijn ingeschakeld.
De functie blijft actief na het schakelen bij
uitvoeringen met een handgeschakelde
versnellingsbak en het Stop & Start-systeem.
Algemeen
De werking van de adaptieve snelheidsregelaar
kan handmatig of automatisch worden
onderbroken:
- door op de toets 4 te drukken,
- door het rempedaal in te trappen,
- om veiligheidsredenen bij een ingreep van
het ESP-systeem,
- als de elektrische parkeerrem wordt
bediend,
- als een grenswaarde voor de afstand in tijd
tot de voorligger wordt bereikt (berekend
op basis van het snelheidsverschil tussen
uw auto en uw voorligger en de ingestelde
afstand in tijd tot de voorligger),
- als de afstand tussen uw auto en uw
voorligger te klein wordt,
- als de snelheid van uw voorligger te laag
is,
- als de snelheid van uw auto te laag wordt.
Bij het gebruik van de adaptieve
snelheidsregelaar moet de bestuurder
te allen tijde de snelheidslimiet in acht
nemen en zijn aandacht op het verkeer
blijven vestigen.
Houd uw voeten altijd in de buurt van
de pedalen.
Als de ingestelde snelheid hoger
is dan 150 km/h, gaat het systeem
over op de werking van de normale
snelheidsregelaar zonder dat de
ingestelde afstand van de adaptieve
snelheidsregelaar wordt gewijzigd
(er verschijnt een melding op het
instrumentenpaneel).
Als het contact wordt afgezet, wordt de
ingestelde waarde voor de afstand in
tijd tot de voorligger in het geheugen
opgeslagen.
De adaptieve snelheidsregelaar werkt
zowel overdag als 's nachts, ook bij mist
en matige regen.
De functie remt de auto niet af via het
remsysteem, maar alleen op de motor.
Het bereik van de adaptieve
snelheidsregeling is beperkt: de
snelheid wordt niet meer aangepast
als het verschil tussen de ingestelde
snelheid van uw auto en de snelheid
van de voorligger te groot wordt
(30 km/h).
Als het verschil tussen de ingestelde
snelheid van uw auto en de snelheid
van uw voorligger te groot wordt, kan
het systeem de snelheid van uw auto
niet meer aanpassen: de regelaar wordt
automatisch uitgeschakeld.