Operation Manual

Table Of Contents
191
4
Rijden
C4-Picasso-II_nl_Chap04_conduite_ed01-2016
Werking
Activeren van de functie
Draaiende motor:
F Selecteer in het menu Rijden het tabblad
"Rijhulpsystemen" en vervolgens
" Panoramacamera ".
Selecteer vanuit dit menu een van de drie
volgende beelden:
Deactiveren van de functie
F Accelereer tot een snelheid hoger dan
30 km/h.
of
F Selecteer in het menu Rijden het tabblad
"Rijhulpsystemen" en vervolgens
" Panoramacamera ".
F Selecteer "Zonder camera".
Controleer regelmatig of de lenzen van
de camera's nog schoon zijn.
Wassen met een hogedrukreiniger
Houd tijdens het wassen van de auto
het uiteinde van de hogedrukspuit op
minimaal 30 cm van de camera's.
"Camera vóór".
"360°-camera".
"Camera achter".
Het geselecteerde beeld wordt weergegeven
op het instrumentenpaneel.
360°-camera
De camera's op de voorbumper en de
achterklep en de camera's onder de
buitenspiegels worden gelijktijdig geactiveerd
en vormen op het instrumentenpaneel een
beeld van de bovenzijde van uw auto in zijn
directe omgeving.
Als een portier of de achterklep is geopend,
worden de beelden van de 360°-camera en
de camera achter verstoord.
De door de camera vóór doorgegeven
beelden kunnen enigszins worden verstoord
als het sneeuwscherm is aangebracht.
De weergave op het
instrumentenpaneel verdwijnt zodra de
wagensnelheid hoger is dan 15 km/h.
De door de camera doorgegeven
beelden kunnen enigszins worden
verstoord als het sneeuwscherm is
aangebracht.