Operation Manual
Table Of Contents
- Welkom
- Inhoudsopgave
- Overzicht
- Eco-rijden
- Instrumentenpaneel
- Toegang tot de auto
- Ergonomie en comfort
- Voorstoelen
- Achterstoelen
- Opstelling van de stoelen
- Stuurwielverstelling
- Ventilatie
- Verwarming
- Handbediende airconditioning met gescheiden regeling
- Automatische airconditioning met gescheiden regeling
- Ontwasemen - Ontdooien vóór
- Ontwaseming - Ontdooiing achterruit
- Parfumeur
- Indeling interieur
- Multimedia achter
- Plafonniers
- Sfeerverlichting
- Rijden
- Rijadviezen
- Starten - afzetten van de motor met de elektronische sleutel
- Starten - afzetten van de motor met keyless entry and start
- Elektrische parkeerrem
- Hill Start Assist
- Handgeschakelde 5-versnellingsbak
- Handgeschakelde 6-versnellingsbak
- Automatische transmissie
- Opschakelindicator
- Stop & Start
- Snelheden opslaan
- Snelheidslimietherkenning
- Snelheidsbegrenzer
- Snelheidsregelaar
- Adaptieve snelheidsregelaar
- Adaptieve snelheidsregelaar met Stop-functie
- Waarschuwing kans op aanrijding
- Lane Keeping System (LKS)
- Dodehoekbewaking
- Detectie verslapping aandacht
- Parkeerhulp
- Achteruitrijcamera
- 360°-camera
- Park Assist
- Bandenspanningscontrolesysteem
- Verlichting en zicht
- Veiligheid
- Praktische informatie
- Storingen verhelpen
- Technische gegevens
- Audio en datacommunicatie
- Trefwoordenregister
- Storingen verhelpen
- INSTRUCTIEBOEKJE AUDIO- EN TELEMATICASYSTEEM
- CITROËN Connect Radio
192
Rijden
C4-Picasso-II_nl_Chap04_conduite_ed01-2016
Park Assist
Dit systeem assisteert u actief bij het parkeren:
het detecteert een parkeerplek en neemt
vervolgens het sturen van u over bij het
inparkeren.
Het systeem bedient de stuurinrichting
terwijl de bestuurder het gaspedaal, het
rempedaal, de versnellingsbak en de koppeling
(handgeschakelde versnellingsbak) bedient.
Tijdens het in- en uitparkeren informeert het
systeem de bestuurder met beelden op het
scherm en geluidssignalen, zodat hij erop
kan toezien dat de manoeuvres veilig worden
uitgevoerd. Bij het parkeren kan het noodzakelijk
zijn dat u enkele keren moet steken.
Tijdens de manoeuvres draait het
stuurwiel snel rond: houd daarom het
stuurwiel niet tegen, steek niet uw
handen tussen de spaken en zorg dat
ook uw kleding, uw sjaal, een handtas
en dergelijke niet tussen de spaken
terechtkomen. U zou hierdoor letsel
kunnen oplopen.
Als de Park Assist is geactiveerd, gaat
het Stop & Start-systeem niet over op
de STOP-stand. In de STOP-stand
wordt bij het activeren van de Park
Assist de motor weer gestart.
Het Park Assist-systeem is een
hulpmiddel voor de bestuurder die
echter te allen tijde zijn aandacht op het
verkeer moet blijven vestigen.
De bestuurder moet ervoor zorgen dat
de auto tijdens de gehele manoeuvre
onder controle blijft en geen obstakels
kan raken.
Onder bepaalde omstandigheden
detecteren de sensoren mogelijk geen
kleine obstakels die zich in hun dode
hoeken bevinden.
De bestuurder kan op elk gewenst moment het
stuur zelf weer overnemen.
De Park Assist assisteert u bij de volgende
parkeermanoeuvres:
A. Fileparkeren.
B. Uitparkeren na fileparkeren.
C. Haaks inparkeren.
De Park Assist kan maximaal
4 parkeercycli achter elkaar uitvoeren.
Na deze 4 cycli wordt de functie
gedeactiveerd. Als u vindt dat uw auto
op dat moment niet goed geparkeerd
staat, moet u zelf het stuur weer ter
hand nemen om de manoeuvre te
voltooien.
De functie Park Assist werkt niet als de
motor is afgezet.